|
Je kent de belangrijkste klassieke mythen en sagen
-Je bent in staat verwijzingen naar de belangrijkste klassieke mythen en sagen in literatuur en kunst te herkennen.
Je kent de relevante moderne theorievorming over deze mythologie en kunt deze tegen elkaar afwegen.
Je hebt een basale kennis van de literaire bronnen van de klassieke mythologie.
Je hebt een basale kennis van de ontwikkeling, de betekenis en het gebruik van iconografische voorstellingen van de klassieke mythologie in de oudheid.
|
|
|
Aan de hand van teksten in vertaling en beeldmateriaal wordt een overzicht verschaft van de belangrijkste Griekse en Romeinse mythen en sagen. Verder wordt aandacht besteed aan moderne theorieën over mythologie, de functie van deze verhalen in de antieke wereld en in later tijd, met name in de beeldende kunst.
|
|
|
Geen specifieke voorkennis vereist. De bronteksten in Grieks en Latijn worden in vertaling aangeboden.
|
|
|
Geen specifieke voorkennis vereist
|
|
|
De stof wordt in een tentamen getoetst. Hierbij zullen kennis- en inzichtvragen worden gesteld.
|
|
|