• Je bent in staat complexe grammaticale en syntactische problemen, alsook afwijkingen van de klassieke grammatica en syntaxis, in de teksten te signaleren, te verklaren en op te lossen;
• Je kent de hoofdzaken van en ontwikkelingen in de geschiedenis van de vroegchristelijke literatuur en je bent in staat deze uit te leggen tegen hun historische achtergrond, ook in relatie met de niet-christelijke antieke cultuur;
• Je bent vertrouwd met de belangrijkste vroegchristelijke literaire en inhoudelijke concepten en bent in staat die toe te passen op vroegchristelijke teksten in het algemeen en het pensum in het bijzonder;
• Je bent in staat een stilistische analyse te maken van een stuk vroegchristelijk proza;
• Je kent de voornaamste auteurs en werken van de vroegchristelijke literatuur en kunt die globaal plaatsen in de tijd.
Inhoud |
In dit college worden, na een korte inleiding op het vak, enkele markante Vroegchristelijk Griekse en Latijnse teksten behandeld, met als thematisch kader 'van kleine groep naar wereldkerk'. In periode 3 komen Griekse teksten aan de orde, waaronder enkele fragmenten uit het Nieuwe Testament en uit de Apostolische Vaders. In periode 4 gaat het om Latijnse teksten, vooral van de kerkvader Augustinus. Daarnaast lees je zelfstandig een beperkt eigen pensum.
Nota bene: om het jaar vanaf 2018-2019! |
|
|
|