De cursus is een voortzetting van de cursus Methoden en Technieken in het eerste semester en bestaat uit twee delen, die ieder met een apart tentamen worden afgesloten; in periode vier schrijf je ook een werkstuk. In periode drie leer je de hoofdzaken van de literaire theorie en literaire kritiek in de oudheid en lees je de poetica’s van Aristoteles (deels in vertaling) en Horatius. In periode vier krijg je inzicht in de hoofdzaken van de belangrijkste literatuurwetenschappelijke theorieën en stromingen uit de 20^e eeuw, met name structuralisme en post-structuralisme, narratologie, stilistiek en intertekstualiteit, receptie-esthetica, new historicism en gender studies, alsmede de toepassing van deze theorieën op antieke teksten.
Voor deze cursus gelden geen ingangsvoorwaarden, maar de cursus Methoden en Technieken van de Klassieken moet bij voorkeur zijn afgerond.