Dit specialisatiecollege staat in het teken van de invloed van het Nabije Oosten op de Griekse literatuur. Deze cursus bestaat uit een serie van 13 bijeenkomsten van 2 uur, waarin een combinatie van hoor-, werk- en responsiecolleges wordt aangeboden. In 13 weken (periode 1 en 2) wordt een studie gemaakt van de invloed van de literatuur uit het Nabije Oosten op de vroeg-Griekse literatuur. De vraag zal worden gesteld hoe groot deze invloed was en hoe dit te bewijzen is. Daartoe zullen kernteksten uit de vroeg-Griekse literatuur, zoals de Theogonie en Werken en Dagen van Hesiodus, in het Grieks worden gelezen en belangrijke teksten uit het Nabije Oosten, zoals het Gilgamesj-epos, in vertaling, samen met relevante secundaire literatuur. Hoofdkenmerk van de cursus is dat de student leert zelfstandig onderzoek te verrichten in de Griekse filologie door zelf onderzoeksvragen te stellen en zelfstandig onderzoek te doen aan de hand van specifieke Griekse teksten, die in de grondtaal worden bestudeerd met gebruik van wetenschappelijke tekstuitgaves, commentaren en recente secundaire literatuur. Behalve zelfstandige lectuur van het pensum en actieve deelname aan de colleges wordt van studenten verwacht dat zij aan de hand van de besproken onderzoeksvragen en -thema’s een onderwerp voor een voordracht selecteren, hierover een presentatie verzorgen en hierover een onderzoekspaper van 8 tot 12 pagina’s schrijven. In periode 2 staan voordrachten van de studenten centraal. Presentatie en paper vormen samen 5 van de 10 studiepunten.