Na afronding van deze cursus kan de student kunsthistorische voorwerpen uit de Middeleeuwen (de vroeg-christelijke tot en met de Ottoonse periode) herkennen, analyseren en in hun oorspronkelijke context verklaren;
Deze cursus draagt bij aan eindkwalificaties 1,2 van de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis. Deze eindkwalificaties zijn te vinden in de studiegids van de bachelor-opleiding Kunstgeschiedenis onder Algemene informatie / Doelstelling en vervolgopleiding / Eindkwalificaties.
|
|
De cursus behelst de geschiedenis van de architectuur en beeldende kunst van de vroeg-christelijke tijd tot en met de Ottoonse periode. Verschillende kunstvormen (schilderkunst, sculptuur, bouwkunst etc.) komen hierbij aan de orde.
|
|
|
|
De cursus zal worden getoetst met een schriftelijk tentamen.
|
|
|