Na afronding van deze cursus kan de student
1. kunsthistorische voorwerpen uit de Middeleeuwen (romaanse periode tot en met de bijfteinde eeuw) herkennen, analyseren en in hun oorspronkelijke context verklaren;
2. bronteksten en secundaire literatuur over middeleeuwse kunst begrijpen;
3. beschrijven hoe specifieke kunstobjecten kunnen zijn uitgegroeid tot sleutelwerken binnen de kunsthistorische canon, hoe deze werken met kunsthistorische methoden kunnen worden benaderd, om antwoorden te vergaren op vragen naar bijvoorbeeld stijl, voorstelling, herkomst, functie, receptie.
Deze cursus draagt bij aan eindkwalificaties 1,2 van de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis. Deze eindkwalificaties zijn te vinden in de studiegids van de bachelor-opleiding Kunstgeschiedenis onder Algemene informatie / Doelstelling en vervolgopleiding / Eindkwalificaties.
|
|
De cursus behelst de geschiedenis van architectuur en beeldende kunst vanaf de romaanse periode tot en met de vijftiende eeuw.
Naast overzichtscolleges en werkcolleges, worden colleges aangeboden waarin één kunstwerk dat tot de canon van de kunstgeschiedenis behoort, centraal staat en als casus wordt uitgediept. Verschillende kunstvormen (schilderkunst, sculptuur, bouwwerken, tekenkunst etc.) komen hierbij aan de orde.
|
|
|
|
Portfolio en schriftelijk tentamen.
|
|
|