Na het afronden van deze cursus kan de student
1. een uitgebreidere repertoirekennis van de kunst en architectuur van de middeleeuwen operationaliseren; de nadruk ligt daarbij op de middeleeuwen in Keulen en het Duitse Rijnland;
2. na collectieve en individuele literatuurstudie actief deelnemen aan een debat rond vragen betreffende materiaal, stijl, iconografie, functie van de te bestuderen kunstobjecten;
3. deze vragen zelf toepassen op een specifiek kunstwerk uit deze periode en op een inzichtelijke wijze presenteren, tijdens referaten in Nijmegen en tijdens de excursie, en in schriftelijk werkstukken.
De cursus draagt bij aan (aspecten van) de eindkwalificaties 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 van de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis, zoals geformuleerd in de studiegids.
|
|
De cursus bestaat uit
1) een door docenten begeleide, meerdaagse excursie naar Keulen, en
2) de inhoudelijke voorbereiding daarvan in een reeks werkcolleges.
Centraal staan architectuur, beeldende kunst en toegepaste kunsten van de middeleeuwen in Keulen. De voorbereidende werkgroep vindt plaats in periode 2, de excursie in januari.
|
|
|
|
|
|