Na afronding van deze cursus:
1. kan de student de belangrijkste kunstwerken en gebouwen uit de westerse kunstgeschiedenis voor de behandelde periode herkennen, benoemen, beschrijven, analyseren en kritisch te duiden in relatie tot hun historische context.
2. kan de student deze kunstwerken onderling vergelijken, zowel op het vlak van hun formele kwaliteiten als op het vlak van hun relatie tot de tijd waarin zij gemaakt zijn.
3. kan de student demonstreren dat kunsthistorische kennis afhankelijk is van methodes en benaderingswijzen die sterk aan verandering onderhevig kunnen zijn en tot heel verschillende resultaten kunnen leiden.
4. kan de student de grondbeginselen van de methoden en vaardigheden van kunsthistorisch onderzoek toepassen.
5. kan de student onder begeleiding een door de docent aangedragen vraagstuk uit de kunstgeschiedenis analyseren en beschrijven met behulp van door de docent beschikbaar gestelde literatuur en richtvragen.
6. kan de student literatuur aan de hand van opdrachten op kritische wijze beoordelen en verklaren en daarvan in een correcte en helder gestructureerde taal mondeling en schriftelijk verslag uitbrengen.
7. kan de student met voorbeelden illustreren hoe bepaalde kunstwerken kunnen uitgroeien tot sleutelwerken in de kunsthistorische canon.
Deze cursus draagt bij aan de Ba-eindkwalificaties 1,2, 3, 4, 5, 6 en 7.
|
|
|
Deze cursus biedt een overzicht van de kunst en architectuur uit de "lange" negentiende eeuw, van de Franse Revolutie tot 1918: een van de spannendste periodes uit de geschiedenis van de kunsten. In de cursus komt een groot aantal kunstenaars, kunstwerken, stromingen en artistieke opvattingen aan bod, die alle zijn ingebed in (vaak roerige) politieke, sociaal-economische, intellectuele en culturele contexten, van bloederige revoluties en burgeroorlogen tot de ontwikkeling van nieuwe technologie, het ontstaan van de moderne stad en de opkomst van de consumptiemaatschappij. Die uiteenlopende contexten en de impact ervan op de artistieke productie komen eveneens ter sprake.
In de cursus wordt veel aandacht besteed aan de invloedrijke Franse kunst van de tijd, van Jacques-Louis David en Eugène Delacroix tot de impressionisten en de kubisten, maar ook Duitse romantici zoals Caspar David Friedrich, expressionisten zoals Ernst Ludwig Kirchner en Victoriaanse kunstenaars zoals de prerafaelieten komen uitvoerig aan bod. Naast overzichtscolleges en verdiepende werkcolleges, worden colleges aangeboden waarin telkens één van de bekendste kunstwerken uit de canon van de kunstgeschiedenis centraal staat en als casus wordt uitgediept. Daarbij worden ook uiteenlopende kunsthistorische methodes, benaderingswijzen en interpretatiewijzen geïntroduceerd. De cursus biedt zo een eerste maar desalniettemin grondige inleiding op de geschiedenis van de kunst van de negentiende eeuw.
|
|
|
|
|
|
|