Na het volgen van deze cursus kan de student
- de rol van medium en materialiteit in de totstandkoming van betekenis en interactie met toeschouwer analyseren;
- kunsthistorische en theoretische literatuur over medium en materialiteit begrijpen en evalueren;
- zelfstandig onderzoek doen naar een specifiek probleem binnen het huidige debat over medium en materialiteit met behulp van de opgedane kennis en aangeleerde methodes;
- te reflecteren op maatschappelijke dilemma’s aan de hand van besproken kunstwerken en theorieën;
- mondeling en schriftelijk verslag uitbrengen van het eigen onderzoek, met inachtneming van de academische standaarden.
|
|
In kunsthistorische teksten ligt de nadruk vaker op betekenis, stijl, kunstenaar en historische context dan op materiaal en medium. Hoewel materiële bestanddelen en mediumspecifieke eigenschappen zeer bepalend zijn voor de totstandkoming van betekenis en ervaring van kunstwerken en gebouwen, spelen zij een ondergeschikte rol in het kunsthistorische discours. Met de geesteswetenschappelijke ondermijning in de jaren tachtig van de twintigste eeuw van de begunstiging van idee, cultuur en betekenis ten opzichte van lichaam, natuur en materie – de zogenoemde ‘material turn’ – zijn materialiteit en medium weer meer centrum van aandacht geworden. De afgelopen jaren wordt bovendien in toenemende mate erkend dat zelfs een samenleving die beheerst wordt door digitale communicatie, financiële stromen en algoritmen afhankelijk is van media die een fysieke, stoffelijke basis hebben.
In deze cursus bespreken we ondermeer teksten van theoretici als Bruno Latour, Gilles Deleuze, Tim Inggold en Bill Brown, die dingen (waaronder kunstwerken) niet benaderen als inerte entiteiten die volledig gevormd en beheerst zijn door mensen, maar als poreuze, veranderlijke “agents” die een interactie aangaan met hun omgeving. We vragen ons af of deze niet-kunsthistorische teksten een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan kunsthistorische benaderingen van werken in verschillende media, zoals schilderijen, sculpturen, gebouwen, installaties, foto’s, video’s, performances en digitale kunstwerken. Daarnaast analyseren we kunst- en bouwwerken die de grenzen van materialiteit en medium verkennen, verleggen en overstijgen, waaronder zelf-reflectieve kunstwerken, illustionistische kunst, multi-media installaties en andere kunstwerken die de grenzen van hun materialiteit en medium opzoeken. Dergelijke kunstwerken bieden aanknopingspunten en stof tot nadenken binnen een samenleving waarin digitale technologieën en virtuele belevenissen ons verleiden en afwenden van ons materiële en lichamelijke bestaan.
|
 |
|
|
BA in de Geesteswetenschappen, zoals Kunstgeschiedenis, Algemene Cultuurgeschiedenis, Geschiedenis en Filosofie. Bij twijfel neem contact op met de coordinator.
|
|
|
|