 | |  |  | Cursus |  | LET-LETKM016 | Categorie |  | - | Voertaal |  | Nederlands | Aangeboden door |  | Radboud Universiteit; Faculteit der Letteren; Letterkunde; | Docenten |  | | | Collegejaar | | 2023 | | Periode | | JAAR | (04-09-2023 t/m 01-09-2024) |
| Aanvangsblok | | JAAR |  |
| Onderwijsvorm | | voltijd |  |
| Opmerking | | - | Inschrijven via OSIRIS | | Ja | Inschrijven voor bijvakkers | | Ja | Voorinschrijving | | Nee | Wachtlijst | | Nee | Plaatsingsprocedure | | - |
|  |  |  |  |  |
De doelen van de inhoudelijk verschillende ateliers kunnen in detail afwijken van elkaar, maar zullen altijd gerelateerd zijn aan de eindtermen van de opleiding. Ateliers zullen toewerken naar het behalen van de volgende doelen:
- het verdiepen van de repertoirekennis van de letterkunde en/ of de literatuurwetenschap;
- de toepassing van verworven inhoudelijke kennis, inzicht en vaardigheden in een schriftelijk werkstuk of andere vormen van verslaglegging die beantwoorden aan de eisen van wetenschappelijke kennisproductie, al dan niet in een vreemde taal;
- het onder begeleiding onderzoeken van een relevant, specifiek vraagstuk uit de letterkunde of literatuurwetenschap met behulp van passende theorie en methoden;
- het organiseren van de eigen werkzaamheden, met name individueel, maar ook het evalueren en verbeteren van het eigen werk op basis van feedback.
|
|
Het atelier biedt studenten de mogelijkheid om in een (bijna) individuele setting nauw samen te werken met een docent op het gebied van diens actuele onderzoek. Het atelier biedt verdieping op het reguliere cursusaanbod van de specialisaties Literatuur en Samenleving en Literair Bedrijf. Het kan worden ingezet ter voorbereiding op het masterscriptietraject. Omdat de ateliers ook in het Duits, Engels, Frans en Spaans worden aangeboden, bieden zij de kans om meer onderwijs in een vreemde doeltaal te volgen (ook in dat opzicht kan een atelier voorbereiden op een scriptie). Er zijn echter ook ateliers in het Nederlands.
Het aantal plaatsen per atelier is in principe beperkt tot twee; tijdige planning en aanmelding is dus geboden. Sommige ateliers zijn in overleg met de betreffende docenten in te plannen, andere vinden slechts in één periode van het collegejaar plaats. Elk atelier wordt één keer per jaar georganiseerd: staat in het onderstaande overzicht dat een atelier in periode 1, 2, 3 of 4 gevolgd kan worden, dan betekent dat dat studenten die zich aanmelden met de docent kunnen overleggen in welke van de vier periodes zij het atelier kunnen volgen. Is een atelier eenmaal ingepland, bijvoorbeeld in periode 1, dan wordt hetzelfde atelier dat collegejaar niet meer aangeboden in periode 2, 3 of 4.
Je meldt je aan voor een atelier bij de opleidingsvoorzitter, dr. Dennis Kersten (dennis.kersten@ru.nl). Hij is ook de contactpersoon voor alle ateliers. Het principe "first come, first served" is van toepassing op de aanmelding. Plan je programma op tijd, eventueel met behulp van de studieadviseur. Hieronder staat het overzicht van de beschikbare ateliers, met de docentnamen en periodes waarin de ateliers gevolgd kunnen worden erbij.
Overzicht ateliers (op volgorde van taalgebied):
Atelier 1 (Nederlands)
Titel: "Teksten toegankelijk maken"
Beschrijving: Bibliotheken en archieven zijn gevuld met tal van teksten die alleen voor specialisten te lezen zijn. In dit atelier zoek je een tekst en maak je deze toegankelijk voor een breder publiek. Dat kan in de vorm van een klassieke editie, maar ook hedendaagse vormen als podcast of digitale editie zijn mogelijk. Dit atelier zal in het bijzonder aantrekkelijk zijn voor de Literair Bedrijf-studenten die zich specialiseren in literair erfgoed.
Docent: prof. dr. Johan Oosterman
Voertaal: Nederlands
Te volgen in: periode 1 of 2
Atelier 2 (Nederlands)
Titel: “Nederlandse humor, 1600-heden”
Beschrijving: In dit atelier draai je mee met de docent in zijn lopende onderzoek naar Nederlandse humor. Er zijn daarbij twee opties. Je kunt meewerken aan het vooronderzoek voor een publieksgericht boek over naoorlogse Nederlandse humorschandalen (optie A). Of je kunt helpen met het in kaart brengen van een corpus ‘boertige’ en ‘kluchtige’ literaire teksten uit de zeventiende en achttiende eeuw (optie B). In beide gevallen zal het atelier bestaan uit een combinatie van theoretische verdieping, gericht op humor als cultureel verschijnsel en de politieke implicaties van humor, en een intensieve bestudering van primair bronnenmateriaal. Er wordt toegewerkt naar een concreet eindproduct (vorm in overleg), waarin de student de resultaten van eigen onderzoek presenteert.
Docent: dr. Ivo Nieuwenhuis
Voertaal: Nederlands
Te volgen in: periode 3 of 4
Atelier 3 (Nederlands)
Titel: “Homoseksualiteit in de literatuur in Nederland, 1880-1940”
Beschrijving: Binnen dit atelier onderzoek je de literaire verbeelding van homoseksualiteit in relatie tot de opvattingen over homoseksualiteit buiten het boek. Je maakt kennis met theorieën uit queer studies en verkent de toepasbaarheid ervan voor letterkundig onderzoek. Naast deze theoretische specialisatie biedt dit atelier ook verbreding van je repertoirekennis: we lezen meerdere primaire werken uit de periode 1880-1940 die tot de homo- of lesbische literatuur gerekend kunnen worden. We geven de inhoud deels samen vorm: volg je de specialisatie Literair Bedrijf, dan richten we ons op de productie of receptie van homoliteratuur. Wie de specialisatie Literatuur en Samenleving volgt, verdiept zich in discoursanalyse: hoe worden literaire werken met dit thema geënsceneerd? Ook het corpus stemmen we af op jouw interessegebied: je kunt ervoor kiezen je te verdiepen in oorspronkelijk Nederlandse werken, maar het is ook mogelijk je te richten op de doorwerking in Nederland van werken uit het Engels (bijv. Walt Whitman; Oscar Wilde; Radclyffe Hall), Frans (bijv. Adolphe Belot; Rachilde) of Duits (bijv. Klaus Mann; Christa Winsloe).
Docenten: Lieke von Berg MA en dr. Rob van de Schoor
Voertaal: Nederlands
Te volgen in: periode 3 of 4
Atelier 4 (Duits)
Titel: “Duitse toonaangevende media en verhalen in de 20e en 21e eeuw”
Dit atelier illustreert dat populaire verhalen op beslissende wijze worden gevormd door zogenaamde leidende media. Deze leidende media hebben een speciale functie in de hedendaagse geschiedenis, die achteraf als ideologisch geladen kan worden gereconstrueerd. We zullen deze ideologische functie onderzoeken en de hedendaagse historische context van de respectievelijke verhalen en de basiskenmerken van de respectievelijke leidende media uitwerken. Belangrijke tussenstops van ons media- en narratieve overzicht zijn:
- De radio vanaf het begin (1923) in de Weimar-periode en tijdens het Duitse nationaalsocialisme (1933 tot 1945);
- Het theater in Oost- en West-Duitsland tijdens de naoorlogse periode (1945-1957);
- Televisie in Oost- en West-Duitsland vanaf het ontstaan tot de Republiek Berlijn (1954 - 1991);
- Digitale media in de Berlijnse Republiek vanaf het begin van het civiele gebruik van het internet (1993) tot vandaag.
Onze narratieve analyse omvat uiteenlopende vormen van amusement zoals de uitzending van muziekprogramma's, sportevenementen, politieke toespraken, toneelstukken, speelfilms, amusementsprogramma's, YouTube-clips of GIF's, waarvan we de functie binnen de hedendaagse historische context overwegen.
Docent: dr. Doro Wiese
Voertaal: Duits, Engels of Nederlands (in overleg). Kennis van het Duits is wenselijk, maar niet noodzakelijk.
Te volgen in: periode 1, 2, 3 of 4
Atelier 5 (Engels)
Titel: “Anthropocene Fictions”
Beschrijving: The Anthropocene has arguably become the signature of our present moment. Originally coined by earth systems science, the term refers to a new geological epoch in which humans have become a global geophysical force as a result of the acceleration of carbon emissions (Steffen, Cruzen, and McNeill). But the Anthropocene also raises aesthetic considerations. How do we represent a world in which the very concepts of the “human” and “nature” have become fundamentally transformed? How do aesthetic categories such as the sublime help us to convey the consequences of global warming? Is the novel, the most popular genre of modern times, really suited to render this new reality or should we – as Amitav Ghosh suggests (2015) – turn to the traditional “outhouses” of literature or new hybrid forms (such as graphic novels) to imagine the collective predicament we are currently faced with? For this tutorial, we discuss some of the ongoing debates about the Anthropocene in conjunction with selected texts from Anglophone literary traditions that might be classified as Anthropocene fictions.
Docent: prof. dr. Michael Boyden
Voertaal: Engels
Te volgen in: periode 1 of 2 (voorkeur voor 1)
Atelier 6 (Engels)
Titel: “Staging Politics: Identity and Representation in Post-Brexit Drama”
Beschrijving: This studio allows you to explore issues of identity and representation (e.g. class, gender, sexuality, and ethnicity) in relation to the socio-cultural impact of Brexit. The divisive 2016 referendum has prompted many inventive responses from the theatre sector: for example, the National Theatre held interviews with British citizens from various demographics, with Carol Ann Duffy reworking their responses into a ‘verbatim drama’ titled My Country: A Work in Progress (2017). Other important productions include Roy Williams and Clint Dyers’s Death of England plays (2020), both of which address issues of class and ethnicity, while Mike Bartlett’s Albion (2017) depicts tensions relating to imperial guilt, xenophobia, and restrictive gender roles. We will be studying a corpus of such recent dramatic productions as well as relevant scholarship, which will prepare you to do your own research on how contemporary British drama engages with different aspects of personal and collective identity formation.
Docent: dr. Ruud van den Beuken
Voertaal: Engels
Te volgen in: periode 2
Atelier 7 (Engels)
Titel: “Mapping Metamodernism”
Beschrijving: “Metamodernism” is the preferred name of an increasing number of scholars for the early twenty-first-century structure of feeling that has replaced Postmodernism as a cultural dominant. In this studio, taught by a founding member of the Arts and Humanities Research Council “Metamodernism” network, you will be introduced to the most influential theory in the field of Metamodernism, certainly also as it applies to developments in contemporary fiction. The focus will be on the novel in English, post-2010 (think of authors such as Ben Lerner, Sally Rooney and Ali Smith), and how it processes the legacies of both Modernism and Postmodernism in an effort to make sense of and find a way forward from the crisis-dominated world we live in. The studio is open to students from Literatuur en Samenleving as well as Literair Bedrijf. Depending on your programme, you may analyse how contemporary fiction in English responds and gives shape to societal change, or how the new structure of feeling can be traced in the evolution of 21st-century authorship (for instance, in the branding and (self-)positioning of authors).
Docent: dr. Dennis Kersten
Voertaal: Engels
Te volgen in: periode 3 of 4
Atelier 8 (Frans)
Titel: “De terugkeer van de geschiedenis in de hedendaagse Franse roman”
Beschrijving: In dit atelier bestuderen we de rol van trauma en de terugkeer van de geschiedenis in enkele contemporaine Franse romans. Vragen die aan bod zullen komen zijn: hoe verhouden geschiedenis en (post-)memory zich tot elkaar, en om welke/ wiens geschiedenis gaat het? Hoe spelen deze romans in op de behoefte een nieuwe roman national te scheppen, tegen de achtergrond van de toenemende maatschappelijke polarisatie in Frankrijk, met name ook als het gaat om de integratie van (de verhalen van) Franse burgers met een migratieachtergrond? Welke narratieve strategieën gebruiken auteurs om deze geschiedenissen dichter bij hun lezers te brengen, en welke impact hebben deze keuzes op het literair veld in bredere zin?
Docent: prof. dr. Alicia Montoya
Voertaal: Frans of Nederlands (in overleg)
Te volgen in: periode 3 of 4
Atelier 9 (Spaans):
Titel: “Latinx literature: Language, Identity and life-writing in the 21st century”
Beschrijving: This studio invites students to read contemporary Latinx literature - 21st-century literary texts by Hispanic writers in the United States - and explore the connections between language, identity and life-writing. The intimate and often autobiographical style of life-writing has served Latinx writers to critically reflect on questions related to the Spanish language, bilingualism and Hispanic identity at least since the publication of the seminal work Borderlands/La frontera by Gloria Anzaldúa in 1987. What is the status of this form of writing in post-9/11 United States, a context marked by an increasing polarization of the public debate? What are the connections established in contemporary Latinx literary texts between language, identity and writing in relation to historical and contemporary dynamics of domination/resistance and exclusion/inclusion? What are the specific genres, forms and media explored in these explorations of the self, and what is the role of digital media in these writings?
Docent: dr. Marloes Mekenkamp
Voertaal: Spaans of Engels (in overleg)
Te volgen in: periode 3 of 4
Atelier 10 (Spaans):
Titel: “Exploring 19th-20th Century Female Travel Photography and Journals: Interdisciplinary Historical Research Skills in Action”
Beschrijving: This studio provides a unique and valuable opportunity for students to immerse themselves in the world of 19th-20th century travel by working with the extensive photographic archive, travel diaries, and letters of female aristocratic traveler Maria de las Nieves de Braganza. Through practical, hands-on work, students will learn to analyze and interpret historical documents while developing language skills in Spanish, French, and German.
The studio provides a range of essential skills, from handling and preserving documents to transcribing handwritten letters and identifying historical and geographical particularities in pre-touristic travel photography of almost every country in the world, seen by the eyes of a woman. By exploring the archive at the KDC, students will gain a deeper understanding of the social and cultural contexts in which she traveled, as well as insight into the experiences of female travelers during this time period.
Docent: dr. Andrea Perez Gonzalez
Voertaal: Spaans of Engels (in overleg)
Te volgen in: periode 3
|
 |
| |
De ateliers bieden verdieping op de cursussen van Literatuur en Samenleving en Literair Bedrijf; qua onderwerpen sluiten ze ook bij de hoofdthema's van beide programma's aan. Ateliers zijn dus vooral bedoeld voor studenten van deze twee specialisaties. Uiteraard is voor moedertaalsprekers van het Nederlands voldoende taalbeheersing een vereiste voor de ateliers in de vreemde talen.
|
|
Verschilt per atelier, al zullen de meeste ateliers getoetst worden met een werkstuk. Zie voor verdere informatie over de ateliers de Brightspacemodule van de opleiding als geheel (onder "Continuous" op Brightspace). Daar staan o.a. de richtlijnen.
|
| |
|
|
|  |  | Werkvormen Toetsen PortfolioWeging |  | 100 |
Toetsvorm |  | Werkstuk |
Gelegenheden |  | Blok JAAR, Blok JAAR |
Minimum cijfer5,5
 |
|
|  | |
  |  |
|  |