Aan het einde van de cursus kan de student:
- centrale begrippen en modellen uit de retorica, argumentatietheorie, functionele analyse en coherentieanalyse herkennen, benoemen en toelichten;
- zelfstandig betogende teksten analyseren en evalueren aan de hand van die begrippen en modellen;
- een overtuigend betoog over een actueel maatschappelijk thema ontwikkelen en onderbouwen met behulp van een argumentenkaart;
- een betoog mondeling presenteren;
- keuzes voor de argumentatieve en retorische inhoud van het betoog verantwoorden op basis van de opgedane (theoretische en analytische) kennis. |
|
In veel contexten doen schrijvers en sprekers hun best om toehoorders of lezers te beïnvloeden. Denk daarbij aan debatten op TV, voorlichtingscampagnes over gezond gedrag of recencies van boeken of films. Daarvoor zetten ze argumenten en retorische middelen in.
In het eerste deel van deze cursus wordt aandacht besteed aan hedendaagse theorieën over argumentatie en de kwaliteit van argumenten. De studenten leren die theorieën toe te passen door analyses te maken van korte en langere argumentatieve teksten en betogen. Ook leren ze zwakheden en drogredenen te herkennen en pareren.
In het tweede deel van de cursus gaan de studenten zelf aan de slag. Zij leren hoe ze een betoog over een maatschappelijk thema, waarmee ze zich persoonljik verbonden voelen, inhoudelijk kunnen samenstellen door niet alleen pro- maar ook contra-argumenten te inventariseren. In een volgende stap leren ze hoe ze hun standpunt en onderbouwing zo aantrekkelijk en overguigend mogelijk kunnen presenteren voor een publiek naar keuze. De studenten maken van dit betoog een korte video (TED-talk-achtig) waarvan ze hun argumentatieve en retorische keuzes verantwoorden in een geannoteerde analyse. |
|
|
|
|
|
|