- De student heeft inzicht in het proces van moedertaalverwerving op verschillende niveaus;
- De student kent verschillende visies op taalverwerving en kan de voornaamste verschillen ertussen beschrijven;
- De student kent enkele veelgebruikte technieken om taalontwikkelingsdata te verzamelen;
- De student kan een eenvoudige analyse en vergelijking van taaldata uitvoeren in bestaande bestanden;
- De student kan met gebruikmaking van taalkundige termen een rapportage schrijven over data-analyses en literatuurstudies. |
|
In de eerste vier jaar van zijn leven leert een kind ontzettend veel over zijn moedertaal: welke klanken er zijn, wat woorden betekenen en hoe woorden kunnen worden gecombineerd tot zinnen. Dit gebeurt allemaal vrijwel moeiteloos en zonder tussenkomst van een echte leraar. Bovendien verloopt moedertaalverwerving tot op grote hoogte uniform. In deze cursus maken studenten kennis met het proces van taalverwerving bij (Nederlandstalige) kinderen. Hierbij is aandacht voor de fonologische, morfologische, syntactische, semantische en pragmatische ontwikkeling. In de hoorcolleges krijgen studenten een beeld van hoe taal zich ontwikkelt in prille stadia van verwerving en leren ze taalkundige begrippen om kindertaal te beschrijven. Bovendien maken studenten kennis met verschillende visies op taalverwerving: is er zoiets als een aangeboren taalleervermogen (universele grammatica) en wat is de rol van de omgevingsinput en de interactie met anderen? Er is ook aandacht voor de overeenkomsten tussen eentalige en tweetalige moedertaalverwerving. De werkcolleges en practica maken studenten wegwijs in de praktische kant van het taalverwervingsonderzoek. Zij leren werken met elektronisch beschikbare databestanden van kindertaaldata (CHILDES) en ze leren verschillende vormen van kindertaaldata te ontlokken, analyseren en vergelijken. |
 |
|
|
|
|
|