Na afloop van deze cursus:
1. heeft de student kennis verworven van de belangrijkste ontwikkelingen in het Nederlands protestantisme van de negentiende eeuw en van de emancipatie van de rooms-katholieken in deze periode;
2. kan de student de bestudeerde letterkundige teksten en hun schrijvers een plaats geven in de kerkhistorische en theologische ontwikkelingen, genoemd in punt 1;
3. is de student in staat kritisch te reflecteren op de genoemde historische ontwikkeling en de gevolgen die deze had voor de negentiende-eeuwse letterkunde, in het bijzonder het letterkundig realisme (seculariseringsthese);
4. is de studente in staat de tekstjes in de weblog in verband te brengen met de bestudeerde letterkundige teksten en kun je een tekst schrijven over de letterkundige geschiedenis (19de eeuw) van het vraagstuk van (kerkelijk en buiten-kerkelijk) geloof.
|
|
In zeven (tweewekelijkse) hoorcolleges en zeven (tweewekelijkse) werkcolleges (de ene week is er een hoorcollege, de volgende week een werkcollege) worden in deze thematische cursus over negentiende-eeuwse Nederlandse letterkunde enkele teksten voorgesteld, gelezen en bestudeerd die illustratief zijn voor de ontwikkeling van het letterkundig realisme en de daarmee gelijk opgaande secularisering. Verlies aan bovenwereld wordt in literatuur uit de tweede helft van de negentiende eeuw gecompenseerd met nieuwe vormen van zingeving: esthetiek, filosofie (spinozisme), spiritisme en alternatieve geloven. We maken in deze colleges kennis met proza en poëzie van (onder voorbehoud) schrijvers als Isaac da Costa, Allard Pierson, P.A. de Genestet, Lodewijk van Deyssel en Multatuli. In de hoorcolleges worden deze teksten van (literair- en religiehistorische) context voorzien, waarna we ze in de werkcolleges, aan de hand van vragen, precies gaan lezen en proberen te begrijpen. De werkcolleges bereid je voor met weekopdrachten.
|
|
|
|
|
|
|