Na afloop van deze cursus kan de student:
- fonologische, morfologische, syntactische en semantische veranderingen en verschillen binnen het Nederlands (in de tijd en in de geografische ruimte) benoemen en beschrijven;
- basisbegrippen met betrekking tot taalverandering hanteren en de rol van eerste en tweede taalverwerving in dat proces toelichten;
- kritisch reflecteren op de verschillende visies die er zijn over het ontstaan van de Nederlandse standaardtaal. Welke dialecten, factoren en bevolkingsgroepen spelen een rol bij het tot stand komen van de Nederlandse standaardtaal?
- taaldata selecteren, classificeren en vervolgens analyseren en in kaart brengen.
|
|
Zonder taalvariatie geen taalverandering. De Nederlandse taal verandert voortdurend, net zoals alle andere talen en dialecten. Klanken en betekenissen veranderen, nieuwe woorden en zinsconstructies komen erbij, andere verdwijnen. Zo is niet alleen het naamvalsysteem vrijwel uit onze taal verdwenen, maar zien we ook verschuivingen binnen het gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden. In deze cursus wordt ingegaan op de principes van taalverandering. Algemene taalveranderingsprocessen komen aan de orde, maar ook meer specifiek de veranderingen binnen het Nederlands. Ingegaan wordt op de vorming van de Nederlandse standaardtaal, evenals op variatieverschijnselen binnen de Nederlandse dialecten en binnen de Nederlandse taal.
|
|
|
|
|
|