Leerdoelen:
Aan het eind van deze cursus kan de student:
- begrippen en hun betekenis uit het veld van taalgebruikstheorie en discourseanalyse hanteren en toepassen;
- een gesprek opnemen en zelfstandig transcriberen;
- een interactioneel fenomeen uit een dataverzameling analyseren aan de hand van conversatieanalyse. |
|
In deze cursus wordt de basis gelegd voor het bestuderen van taalgebruik. Studenten maken kennis met de belangrijkste taalgebruikstheorieën en met het analyseren van interactie door middel van conversatieanalyse. Begrippen die in de eerste periode aan de orde komen, zijn taalhandelingen, conversationele implicatuur, beleefdheid, "face", context en coherentie. Deze begrippen worden toegepast op mindelinge en gemedieerde interactie (WhatsApp, Facebook, etc.). In de tweede periode leren de studenten een gesprek te transcriberen en een interactioneel fenomeen te analyseren volgens de conversatieanalytische methode, waarbij ook de inbedding in wetenschappelijke literatuur van belang is. De studenten ontdekken in deze cursus hoe complex de relatie tussen taal en de werkelijkheid is en hoe interessant het is om die relatie te bestuderen.
|
|