Het bachelorwerkstuk dient als afsluiting van de bacheloropleiding, waarbij de student aan de hand van een door de docent aangereikt onderwerp blijk geeft van voldoende kennis en inzicht in de leerstof van de Nederlandstalige letterkunde en het verband daarvan met verschillende relevante andere disciplines. De student dient in het bachelorwerkstuk aan te tonen dat hij in staat is om:
- een onderzoek op te zetten teneinde een onderzoeksvraag te beantwoorden;
- de voor dit onderzoek relevante gegevens te verzamelen, te ordenen en te analyseren;
- het gevonden antwoord te beargumenteren;
- zelfstandig – qua vorm en uitvoering – een werkstuk te maken. |
|
Inhoud wordt t.z.t. bekendgemaakt. |
|
|
|
|
|