Na afloop van de cursus
- is de student in staat de theorie over intertekstualiteit toe te passen in een analyse van literaire teksten,
- heeft de student kennis van de hoofdlijnen uit de Bijbelse en klassieke traditie,
- kan de student reflecteren op de invloed hiervan op literaire teksten van alle tijden,
- heeft de student inzicht in de rol die veranderende opvattingen over literatuur en maatschappij bij deze beïnvloeding spelen.
|
|
Zowel de Bijbel als teksten uit de klassieke oudheid hebben een constante invloed gehad op de Nederlandse letterkunde vanaf de middeleeuwen tot heden. In elke periode had deze intertekstualiteit haar eigen karakter en uiteenlopende verschijningsvormen: van verwijzingen naar de Bijbel als bron van christelijke inspiratie in de vroege letterkunde tot aan het postmoderne spel met klassieke motieven in onze hedendaagse literatuur. In deze collegereeks wordt, aan de hand van de door Paul Claes in zijn boek Echo’s echo’s ontworpen theorie over intertekstualiteit, de rol besproken van diverse boeken uit het Oude en Nieuwe Testament en klassieke teksten als intertekst in de verschillende tijdvakken van de Nederlandse letterkunde, vanaf de middeleeuwen tot heden. Er zal aandacht zijn voor Bijbelse en klassieke invloeden op werken van zeer uiteenlopende auteurs, van het anonieme dertiende-eeuwse gedicht Van den levene ons heren tot Het grote baggerboek van Ilja Leonard Pfeijffer uit 2004. Aan bod komen daarnaast onder andere werken van P.C. Hooft, Marcellus Emants, Louis Couperus en Hugo Claus.
|
|
|