Na afloop van deze cursus:
- kun je centrale begrippen en modellen uit de argumentatieleer zelfstandig herkennen, benoemen en toelichten; - kun je betogende teksten en schriftelijke discussies zelfstandig analyseren en evalueren; - kun je op een beredeneerde manier zelfstandig een betoog opstellen; - kun je onderzoeksartikelen over tekstanalytisch en experimenteel onderzoek naar argumentatie zelfstandig duiden en kritisch beoordelen. |
|
In vele contexten doen schrijvers en sprekers hun best om de toehoorders of lezers met goede argumenten te overtuigen van hun standpunt. Denk aan debatten op de TV, voorlichtingscampagnes over gezond gedrag, commentaren en opiniebijdragen in de krant en recensies van boeken of films. Maar wat is eigenlijk een goed argument? In deze cursus leer je hoe argumentatie in elkaar zit en welke eisen je aan argumentatie moet stellen wanneer je een oordeel over de aanvaardbaarheid ervan wilt vellen. Bovendien maak je kennis met argumentatietheorie en -onderzoek.
De analyse en evaluatie van argumentatie wordt in de eerste periode geoefend aan de hand van Argument en tegenargument van Schellens en Verhoeven (1994). Daarin wordt aandacht besteed aan het argumentatiemodel van Toulmin en verschillende soorten argumentatieschema's met bijbehorende evaluatiecriteria. In de tweede periode besteden we aandacht aan debatten, aan de analyse van één of enkele maatschappelijke discussies en aan het zelf opbouwen van een betoog. Je maakt een dossier, waarin analyses van maatschappelijke discussies, een opzet voor een debat en een opiniestuk worden opgenomen. |
|
|