Na afloop van deze cursus kun je:
- de belangrijkste periodes van de ontstaansgeschiedenis van de Franse taal benoemen en beschrijven;
- de ontwikkeling van Latijnse woorden naar het Frans analyseren en beschrijven en de opgedane kennis op nieuwe voorbeelden toepassen.
- het onderscheid tussen inheemse woorden en leenwoorden en tussen substraten en superstraten uitleggen en illustreren;
Au terme de ce cours, l’étudiant saura
- reconnaître et décrire les périodes les plus importantes de l’histoire de la langue française;
- analyser et décrire l’évolution des mots du latin au français et appliquer les connaissances linguistiques acquises sur des données nouvelles;
- expliquer et illustrer la différence entre mots étymologiques et mots d’emprunt et la différence entre substrats et superstrats.
|
|
Taal en geschiedenis behandelt de belangrijkste perioden in de ontstaansgeschiedenis van het Frans vanuit het Latijn. Er wordt ingegaan op de veranderingen die het Latijnse klinkersysteem (apocope, syncope, diftongering) en medeklinkersysteem (lenitie) hebben ondergaan. De veranderingen worden zowel vanuit traditioneel perspectief als vanuit modern theoretisch perspectief besproken. Verder wordt er aandacht besteed aan veranderingen in de betekenis van woorden.
Ce cours traite les périodes les plus importantes de la naissance du français. Nous passerons en revue les changements les plus importants du système vocalique (l’apocope, la syncope et la diphtongaison) et du système consonantique (la lénition). Ceux-ci seront considérés selon différentes perspectives (traditionnelles ainsi que plus récentes). En outre, l’évolution sémantique des mots sera abordée.
|
|
|
|
|
Luistertaal
Deze cursus kan door minorstudenten ook in de luistertaalvariant gevolgd worden. Dat houdt in dat studenten die wel over voldoende receptieve kennis van het Frans beschikken om teksten te kunnen lezen en de colleges te kunnen volgen, maar wiens spreek- en schrijfvaardigheid in het Frans niet zo goed is, de mogelijkheid krijgen om bij deze cursus de opdrachten, presentaties, en toetsen in het Nederlands of Engels te maken. Bij tentamens is de vraagstelling dan in het Frans en mag je in het Nederlands of Engels antwoorden. Als je belangstelling hebt en zelf denkt dat je voldoende receptieve vaardigheid bezit, neem dan contact op met de cursuscoördinator van deze cursus. Klik hier voor een zelftest Frans.
|
|