Na het succesvol afronden van deze cursus kan de student:
• de uitspraakregels van het Spaans toepassen met een uitspraak die voldoende helder is om te worden verstaan;
• een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om eenvoudige gesprekken over woonomgeving, familie, hobby's, opleiding en/of werk te voeren. Het niveau van de gesprekken komt ongeveer overeen met A1 van het CEFR;
• zinnen en de meer frequente woorden uit gesproken Spaans begrijpen die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer, zoals informatie over de student zelf en familie, winkelen, plaatselijke omgeving of werk. Studenten kunnen hun biografie (of die van derden) vertellen, gebruikmakend van de verschillende verleden tijden;
• korte Spaanse teksten schrijven (bijvoorbeeld een e-mail) over eenvoudige onderwerpen die dicht bij de persoonlijke levenssfeer liggen, bijvoorbeeld een beschrijving van familie, vrienden en een studentenhuis, op niveau A1 van het CEFR;
• Strategieën gebruiken om de kennis van vocabulaire uit te breiden en om effectief te communiceren.
eenvoudige Spaanse teksten uit tijdschriften en kranten over alledaagse onderwerpen begrijpen, zoals vrije tijd en hobby's, vakantie en reizen. Studenten kunnen schriftelijke reportages over de Spaanse actualiteit lezen met minimaal gebruik van een woordenboek. Het niveau van de leesteksten ligt tussen A1 en A2 van het CEFR;
• De diversiteit van de landen waar Spaans wordt gesproken benoemen, bijvoorbeeld door te praten over de geografie, de tradities van diverse landen, en Spaanssprekende beroemdheden.
|
 |
|
|