Aan het eind van deze cursus:
- kun je een aantal basisprincipes uit de syntaxis toepassen op de taal/talen die je bestudeert;
- kun je de eigenschappen van woorden en de rol die ze spelen in zinsverband herkennen en benoemen;
- begrijp je hoe woorden tot zinsdelen en zinsdelen tot zinnen worden gecombineerd in verschillende talen;
- kun je zinnen uit uiteenlopende talen op basis van grammaticale informatie, die is weergegeven in glossen, analyseren en interpreteren.
|
|
In alle talen van de wereld worden woorden volgens een betrekkelijk klein aantal principes gecombineerd tot zinnen. Deze cursus geeft aan de hand van het cursusboek een inleiding in de belangrijkste van deze principes en laat zien hoe die werken in verschillende talen. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: woordsoorten en woordgroepen, constituenten- en zinsstructuur, argumentstructuur en veranderingen daarin (bijvoorbeeld in passieve en causatieve constructies), hoofd- en bijzinnen, woordvolgorde, naamval en inflectie, vorming van vraagzinnen en betrekkelijke bijzinnen en informatiestructuur.
Voor talenstudenten wordt in de werkcolleges materiaal behandeld dat erop gericht is deze syntactische principes toe te passen op de taal van je studie, het Spaans, Frans of Nederlands. In het werkcollege voor de studenten Taalwetenschap staat grammaticale variatie tussen talen centraal (taaltypologie). Hier leer je op welke manieren talen van elkaar verschillen en hoe je die verschillen kunnen herkennen. Daarnaast ‘adopteer' je in tweetallen een van de duizenden talen van de wereld en ontdek je in hoeverre jouw taal overeenkomt met en verschilt van andere. |
 |
|
|
Note for exchange students: you cannot take this course if your Dutch proficiency level is not at least C1.
Accessible to exchange students: Lectures TW and NTC are in Dutch. Seminar Spanish in Spanish and seminar French in French.
Maximum is 5 Exchange Students.
|
|
|
This course is also open to Lingua Receptiva students (“luistertaal”). Lingua Receptiva means that students who have sufficient receptive knowledge of Dutch to be able to read texts and follow lectures, but whose speaking and writing skills in Dutch might not be good enough, are given the opportunity to do the assignments, presentations, (oral) exams and assignments in English. So for example, in case of an exam the questions are in Dutch but you may answer them in English. If you are interested and think you have sufficient receptive skills, please contact the coordinator of that course. Click here for a receptive skills test Dutch.
|
|