Aan het eind van de cursus heb je inzicht in de talige kant van het schriftelijke en mondelinge communicatieproces en begrijp je hoe taal werkt op verschillende taalwetenschappelijke beschrijvingsniveaus, te weten fonetiek, fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek. Je kunt fonologische processen modelleren en de morfologische opbouw van woorden en complexe zinnen ontleden. Je kunt een aspectuele analyse toepassen op predicaten en verschillende uitdrukkingen van modaliteit en evidentialiteit in een tekst herkennen en categoriseren. Je bent in staat temporele verbanden tussen gebeurtenissen in teksten te koppelen aan vertelperspectief. Je kunt retorische relaties tussen zinnen in een tekst benoemen en laten zien wat de communicatieve bedoeling van zinnen is. |
|
Taal is ons communicatiemiddel bij uitstek, ooit ontstaan in gesproken vorm tussen mensen die elkaar hoorden en zagen, maar tegenwoordig kunnen we via de nieuwe media zelfs met elkaar ‘praten' zonder dat we elkaar horen of zien. Via taal begrijpen we elkaar moeiteloos. De meest ingewikkelde boodschappen over abstracte zaken, gevoelens en hypothetische gebeurtenissen kunnen we aan elkaar overbrengen in taal. In deze cursus bestudeer je het taalsysteem, dat deze rijke communicatie mogelijk maakt. Je leert de basisvaardigheden waarover je moet beschikken om de Nederlandse taal op verschillende niveaus te kunnen analyseren, d.w.z. op klank-, woord-, zins- en discourseniveau. Want als deskundige op het gebied van taal en communicatie moet je niet alleen weten waarover je praat, je moet ook weten hoe taal werkt op verschillende niveaus van taalbeschrijving en in verschillende communicatieve situaties. Daarnaast is er een reeks gastcolleges waarin onderzoekers van het departement Taal en Communicatie komen vertellen over hun onderzoek. Op die manier kun je je een goed beeld vormen van het taalwetenschappelijke onderzoek in Nijmegen. |
|
|
|
|
|
|