Aan het einde van de cursus heb je voor jou belangrijke onderzoeksvaardigheden ontwikkeld, met name op het gebied van corpusonderzoek:
- Je kunt de discrete fasen in het een corpusonderzoek onderscheiden;
- Je bent in staat om met enige hulp van de docent een corpusonderzoek op te zetten en uit te voeren;
- Je bent in staat om bij een gegeven onderzoeksvraag relevante literatuur te vinden, lezen, bespreken en te verwerken in een verslag.
- Je kunt met enige hulp van de docent binnen de opleiding opgedane kennis op het gebied van programmeren en statistiek (R) toepassen op zelf verkregen corpusdata;
- Je kunt zowel als reviewer als reviewee gebruik maken van een peer review traject om rapportages en presentaties te verbeteren.
- Je bent in staat om, aangestuurd door de docenten, in groepsverband een corpusonderzoek op te zetten en uit te voeren, en hier individueel verslag van te doen.
Cursusdoelen 1-5 worden bereikt door middel van de leermodules. Modules worden met ‘voldaan/niet-voldaan’ beoordeeld en voor alle modules geldt dat ze met ‘voldaan’ moeten worden afgesloten. Aan cursusdoelen 1-6 wordt daarnaast gewerkt in het onderzoeksproject dat in de cursus wordt uitgevoerd, De toetsing van cursusdoel 6 vindt plaats door middel van een individueel eindverslag over het project.
|
|
|
|
|
100% verslag, voor sommige opdrachten geldt ook een inleverplicht
|
|
|