Aan het eind van deze cursus:

• begrijp je de basisconcepten en onderzoeksmethodes die in tweedetaalverwervingsonderzoek gebruikt worden;
• kun je deze in enig detail weergeven;
• kun je de onderzoeksliteratuur lezen en de essentie hiervan evalueren;
• kun je verschillende factoren die van belang zijn bij het leren van een tweede taal beschrijven en met elkaar vergelijken;
• kun je de overeenkomsten en verschillen tussen de taalontwikkeling van tweetalige kinderen en volwassenen weergeven;
• kun je tweedetaalverwervingsdata analyseren en de resultaten van deze analyse koppelen aan verschillende theorieën en factoren;
• kun je (onbeantwoorde) vragen in tweedetaalverwervingsonderzoek vaststellen en relevante voorspellingen maken;
• kun je reflecteren op het proces van tweedetaalverwerving zoals je dat doorloopt tijdens het werkcollege waarin je gebarentaal leert;
• ben je in staat om aan het eind van de cursus een gesprek te voeren in basis gebarentaal die je tijdens het werkcollege hebt geleerd.

In deze cursus bestuderen we hoe volwassenen en kinderen een tweede taal leren, door de volgende vragen te beantwoorden:

• Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen tweedetaalverwerving en eerstetaalverwerving?
• Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in de taalontwikkeling in twee talen tussen kinderen en volwassenen?
• Hoe worden de verschillende aspecten van taal (met name woordenschat en grammatica) door tweetalige kinderen en volwassenen geleerd?
• Wat is de invloed van leeftijd (hoe oud je bent als je begint met leren), transfer (hoe beïnvloedt de ene taal de andere) en input (hoeveel en wat voor taalaanbod hoor je)?
• Wat is de rol van taalwetenschappelijke theorie in tweedetaalverwervingsonderzoek?
• Wat zijn de implicaties van tweedetaalverwervingsonderzoek voor het onderwijs?

 
In de cursus krijg je ook de mogelijkheid om met echte taaldata te werken. In het werkcollege leer je zelf middels een cursus gebarentaal.