|
Aan het eind van de cursus Micro-economie is de student in staat om:
- De concepten en inzichten van de micro-economie toe te passen op concrete keuzesituaties voor consumenten en producenten;
- Te bepalen hoe de keuzes van consumenten en producenten afhankelijk zijn van de context, bijvoorbeeld de mededingingssituatie op de markt of overheidsbeleid;
- Na te gaan hoe de mededingingssituatie op een markt van invloed is op de welvaart van consumenten, producenten en de samenleving als geheel;
- Te bepalen hoe gegeven de mededingingssituatie marktevenwicht tot stand komt en na te gaan hoe een verandering in omstandigheden van invloed is op het marktevenwicht;
- De effectiviteit te beoordelen van (overheids)maatregelen om de werking van markten te bevorderen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van externaliteiten;
- Strategische interacties te modelleren met behulp van speltheoretische concepten;
- Wiskundige hulpmiddelen op toepasselijke wijze te gebruiken bij het oplossen en inzichtelijk maken van concrete keuzevraagstukken.
|
 |
|
|
Micro-economie gaat over het maken van keuzes op het niveau van individuen (bijv. jij als consument) en ondernemingen (bijv. hoeveel kun je het beste als onderneming produceren). Maar deze individuele beslissingen worden niet genomen in een vacuüm. Consumenten en producenten zijn wederzijds met elkaar verbonden via de markt. De vraag van consumenten is (mede) bepalend voor wat voor een onderneming optimaal is en het aanbod van ondernemingen bepaalt wat en hoeveel je als consument wilt en kunt kopen. Daarnaast geldt dat ondernemingen ook door elkaar worden beïnvloed. De acties van de ene onderneming heeft gevolgen voor wat de optimale actie is van andere ondernemingen. Wanneer een onderneming maar enkele concurrenten heeft (oligopolie) zal de optimale productiebeslissing anders zijn dan wanneer er sprake is van talloze, kleine concurrenten (volledige vrije mededinging). Met andere woorden, de marktvorm waarin een onderneming opereert is belangrijk voor diens beslissingen. En dan is er nog de overheid. Ook die neemt beslissingen die van invloed zijn op het gedrag van consumenten en ondernemingen, zoals het heffen van belastingen of het geven van subsidies. De overheid kan goede redenen hebben om dit te doen, bijvoorbeeld wanneer de markt niet tot een maatschappelijk optimale verdeling van middelen leidt (denk aan teveel uitstoot van schadelijke stoffen; te weinig gezonde voedingsmiddelen). Vanuit een algemeen welvaartsperspectief kan dat een reden zijn voor de overheid om het gedrag van consumenten en producenten met belastingen en/of subsidies te beïnvloeden.
In de cursus micro-economie krijg je de bouwstenen aangereikt om deze zaken in hun onderlinge samenhang te beschouwen. Na afloop van de cursus ben je bekend met de basisprincipes van de micro-economie en kun je deze principes in praktische situaties herkennen. Verder ben je na de cursus in staat deze micro-economische principes toe te passen. Daarmee is de cursus micro-economie met recht een basiscursus voor elke student economie en een grondlegger voor menige vervolgcursus in het curriculum Economie en Bedrijfseconomie aan de Radboud Universiteit.
|
|
|
|
| Wiskunde voor Economen.
Voor de cursus Micro-economie is voldoende begrip van wiskunde essentieel om het materiaal volledig te begrijpen. Studenten die geen cursus wiskunde hebben gevolgd, moeten zich realiseren dat ze aanzienlijk meer tijd moeten investeren om het materiaal te begrijpen, anders zullen ze ernstige problemen ondervinden. |
|
| Schriftelijk tentamen en opdrachten.
De opdrachten kunnen leiden tot een bonuspunt dat wordt opgeteld bij het (onafgeronde) resultaat voor het tentamen (mits het tentamen minimaal een 5.0 is). Behaalde resultaten voor de opdrachten uit voorgaande collegejaren zijn niet langer geldig. |
|
|
Nagenoeg alle hoorcolleges komen als weblecture beschikbaar gedurende een beperkte periode nadat het college is geweest en vervolgens opnieuw vanaf een week voor het tentamen. Werkgroepen worden niet opgenomen als weblecture. Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de werkgroepen.
|
|