De belangrijkste doelstellingen van de stage zijn:
- toepassen van theoretische kennis en inzichten in de praktijk;
- eigen maken van beroepsspecifieke vaardigheden;
- de oriëntatie op de toekomstige beroepsuitoefening.
Het uitvoeren van de stageopdracht moet een bijdrage leveren aan de volgende aspecten:
- Bedrijfskundige inhoud: De student(e) benadert en verheldert een probleem met bedrijfskundige kennis en inzichten en formuleert, draagt bij aan de ontwikkeling en/of evalueert mogelijke oplossingen of interventies. Het toepassen van verworven inzichten staat hier centraal;
- Methodische vaardigheden: De student(e) benadert een bepaald probleem op een transparante, systematische wijze en baseert zich in de uitvoering van de stageopddrachten op (het verzamelen en) analyseren van relevante informatie;
- Sociale en communicatieve vaardigheden: De student(e) functioneert in een professionele werkomgeving, pakt samen met anderen een probleem aan en levert een bijdrage aan de oplossing ervan. De student(e) functioneert in een interdisciplinair samenwerkingsverband. De student(e) doet verslag van de problematiek, de oplossingen c.q. verklaringen, de uitvoering en de bevindingen in schriftelijke en mondelinge rapportages;
- Toekomst: De stage is een oriëntatie op de afronding van de studie en het toekomstig beroepsveld.
|
|
|
In de bacheloropleiding bedrijfskunde is het mogelijk om een korte stage te volgen bij een bedrijf, instelling of organisatie in binnen- en buitenland die verwant is aan het vakgebied. Voor de bacheloropleiding bedrijfskunde vindt de stage in principe plaats in het tweede semester van het derde studiejaar. De stage omvat minimaal 12 EC en kan maximaal twee keuzevakken van elk 6 EC vervangen. De stage kan groter zijn dan 12 EC, maar dan worden de extra EC als een extra curriculaire activiteit, inclusief aantal EC, toegevoegd aan het bachelortotaal van 180 EC. De stage kan worden gecombineerd met de bachelorthesis, maar de totale omvang van beide onderdelen moet minimaal 12 EC zijn en beide onderdelen leveren aparte producten op. De stage kan ook parttime worden uitgevoerd, zolang de totale omvang minimaal 336 uren is (12 EC). |
|
|
Het is vooralsnog zeer wenselijk dat de student de vakken tot en met semester 3.1 heeft gehaald, alvorens stage wordt gelopen. Dit aspect zal nader worden gespecificeerd. |
|
Stageverslag en vooraf aan de stage te bepalen producten (bijv. notities, onderzoeksverslagen, etc.).
|
|
De belangrijkste doelstellingen van de stage zijn:
- toepassen van theoretische kennis en inzichten in de praktijk;
- eigen maken van beroepsspecifieke vaardigheden;
- de oriëntatie op de toekomstige beroepsuitoefening.
Het uitvoeren van de stageopdracht moet een bijdrage leveren aan de volgende aspecten:
a. bedrijfskundige inhoud: De student(e) benadert en verheldert een probleem met bedrijfskundige kennis en inzichten en formuleert, voert uit en evalueert mogelijke oplossingen of interventies. Het toepassen van verworven inzichten staat hier centraal;
b. methodische vaardigheden: De student(e) benadert een bepaald probleem op een systematische wijze en oriënteert zich bij de organisatie op het verzamelen en analyseren van relevante informatie;
c. sociale en communicatieve vaardigheden: De student(e) functioneert in een professionele werkomgeving, pakt samen met anderen een probleem aan en levert een bijdrage aan de oplossing ervan. Hij of zij functioneert in een interdisciplinair samenwerkingsverband. De student verslaat in heldere en correcte taal de problematiek, de oplossingen c.q. verklaringen, de uitvoering en de bevindingen;
d. toekomst: De stage is een oriëntatie op de afronding van de studie en het toekomstig beroepsveld. |
|
|