Globale inhoud
A. Hormonale regelsystemen
B. Genetica
C. Bouw en werking van het spijsverteringsstelsel
D. Glucosestofwisseling en diabetes
E. Water- en zouthuishouding
F. Keuzeonderwijs
Relatie tot het totale curriculum
Patiënten die door de tandarts worden begeleid en behandeld kunnen naast de tandheelkundige afwijkingen tal van andere, medische aandoeningen hebben. Dergelijke aandoeningen kunnen om verschillende redenen relevant zijn. Enerzijds kunnen tandheelkundige afwijkingen worden veroorzaakt door meer algemene aandoeningen en aldus een symptoom (soms zelfs het eerste symptoom) zijn van een ziekte. Anderzijds zal een ingestelde tandheelkundige behandeling, bijvoorbeeld door interactie van antibiotica met bloedverdunners, gevolgen kunnen hebben voor bestaande aandoeningen van de patiënt. Tenslotte kunnen bestaande medische aandoeningen of medische behandelingen gevolgen hebben voor de manier waarop een tandheelkundige behandeling moet worden uitgevoerd.
De populatie waar de tandarts zorg voor draagt is de afgelopen jaren nogal veranderd, waarbij in dit kader met name de voortgaande vergrijzing van belang is. Bovendien is, mede dankzij zijn zorg, het percentage ouderen dat nog een eigen gebit heeft de afgelopen jaren sterk toegenomen. Steeds vaker zal de tandarts daarom oudere patiënten behandelen. In de nabij gelegen toekomst zal deze tendens zich in sterke mate voortzetten. Bij oudere patiënten is de kans dat er sprake is van andere medische aandoeningen sterk verhoogd. Deze aspecten maken het medisch onderwijs binnen het tandheelkundig curriculum uiterst relevant.
Het blok MTI4 "Stoornissen in de homeostase" is een omvangrijk, medisch georiënteerd blok in het curriculum en wordt gevormd door een compositie van medische onderwerpen die voor de tandheelkundige praktijk van belang kunnen zijn. De benadering van de stof vindt zoveel mogelijk vanuit de tandheelkundige praktijk plaats, waarbij de gezondheidsvragenlijst een belangrijke rol speelt. De verschillende onderdelen van het blok zullen worden geïntegreerd aan de hand van een aantal thema's. Enkele voorbeelden van dergelijke thema's zijn de calcium- en glucosestofwisseling en bloeddrukregulatie.
Om deze thema's optimaal te integreren zullen enkele vaste onderdelen als een rode draad telkens aan bod komen. Allereerst komen aspecten van de normale anatomie en fysiologie aan de orde. Een belangrijk aspect vormt de genetische achtergrond van ziekten. De rol van de moderne genetica in de geneeskunde is groot; binnen dit blok wordt hier ruim aandacht aan besteed. Vervolgens komen de afwijkingen die in de gekozen thema's kunnen bestaan aan de orde en wordt beredeneerd waarom deze voor de tandheelkundige praktijk van belang zouden kunnen zijn. Tenslotte zal de kennis worden geïntegreerd en vertaald naar de tandheelkundige praktijk van alledag.
Dit blok heeft raakvlakken met diverse andere medische en niet-medische blokken. Binnen het blok "Ademhaling-circulatie", zijn het autonome zenuwstelsel en het circulatoire systeem aan de orde gekomen; het huidige blok gaat hier op door. Verder bestaan er raakvlakken met blok "Hoofd-hals 2", ten aanzien van afwijkingen in mond en hals en met blok "Pijn", waarin stress-systemen kort aan de orde komen. Tenslotte zullen een aantal onderwerpen terugkomen in de masterblokken.
Dit blok kent een algemeen deel en een keuzedeel. De tandarts kan in tal van situaties te maken krijgen met algemene medische problemen. Een aantal belangrijke onderwerpen die binnen dit blok vallen worden systematische uitgewerkt (zie globale inhoud). Benadrukt moet echter worden dat de diversiteit van medische problemen die de tandarts in zijn praktijk kan tegenkomen zo groot is dat nooit alle voorkomende problemen kunnen worden behandeld. Het allerbelangrijkste is dan ook om binnen dit blok de algemene principes en handelwijzen te leren, die op elk probleem toepasbaar zullen zijn. Om dit aspect te benadrukken, is het keuzeonderwijs opgezet. Hierbij zal elke student aan de hand van een casus een individueel medisch probleem uitwerken en vertalen naar de praktijk in de vorm van een presentatie. In dit onderdeel lopen een aantal onderwerpen parallel.
Leertraject
Onderdeel |
Contacturen |
Zelfstudie |
SBU |
Inleiding |
HC 3.1 1 |
|
|
|
WG 3.2 1
|
|
2 |
A. Hormonale regelsystemen |
HC 4.1 1
RC 4.3 1
|
Opdracht 4.2 10 |
12 |
B. Genetica |
HC 5.1 1
RC 5.3 1
HC 5.4 1
RC 5.6 1
WG 5.7 2
HC 5.8 1
WG 5.9 2
|
Opdracht 5.2 7
Opdracht 5.5 9 |
25 |
C. Bouw en werking van het spijsverteringsstelsel |
HC 6.1 1
RC 6.6 1
|
Opdracht 6.2 4
Opdracht 6.3 1.5
Opdracht 6.4 1.5
Opdracht 6.5 3
|
12 |
D. Glucosestofwisseling en diabetes |
HC 7.1 1
RC 7.5 1
RC 7.9 1
|
Opdracht 7.2 5
Opdracht 7.3 5
Opdracht 7.4 3
Opdracht 7.6 5
Opdracht 7.7 5
Opdracht 7.8 5
|
31 |
E. Water- en zouthuishouding/nieren |
HC 8.1 1
RC 8.3 1
RC 8.5 1
RC 8.7 1
RC 8.10 1
|
Opdracht 8.2 6
Opdracht 8.4 6
Opdracht 8.6 9
Opdracht 8.8 4
Opdracht 8.9 4 |
34 |
F. Keuzeonderwijs
|
Keuzeonderdeel 8 |
31 |
39 |
Afsluiting |
HC 11.1 1
HC 11.2 1
|
|
2 |
Toets
|
3 |
|
3 |
Totaal
|
36 |
124 |
160 |
Literatuur
- Widmaier EP, Raff H, Strang KT. Vander's Human Physiology. The mechanisms of body function (12th ed). New York: McGraw-Hill 2010.
- Brand HS, Diermen van DE, Makkes PC. Algemene Ziekteleer voor Tandartsen (3e herziene druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2012.
- Farmacotherapeutisch Kompas via http://www.farmacotherapeutischkompas.nl
In verschillende hoofdstukken wordt gebruik gemaakt van verwijzingen naar informatie die kan worden verkregen van het internet. Hierbij is getracht uitsluitend stabiele en betrouwbare websites te kiezen. Veelal betreft het hier sites van officiële beroepsorganisaties of van de overheid. Op het computerscherm zijn de diverse websites in dit blokboek opgenomen als hyperlinks en daarmee door aanklikken direct oproepbaar binnen een nieuw scherm. Het blokboek is als .doc-file te verkrijgen via Brightspace.
Toetsing
De student moet in ieder geval voldaan hebben aan de verplichte onderdelen. De toets zal bestaan uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel betreft een uitgewerkte casus in het kader van het keuzeonderwijs die zowel mondeling als schriftelijk (werkstuk) wordt gepresenteerd. De beoordeling van het keuzeonderwijs telt voor 40% mee voor eindcijfer.
Het tweede onderdeel, de eindtoets, bestaat uit verschillende meerkeuzevragen en open vragen en telt voor 60% mee voor het eindcijfer. Het eindcijfer blok van MTI4 wordt uiteindelijk bepaald door een gewogen gemiddelde van keuzeonderwijs (40%) en de eindtoets (60%).
Eventuele onderdelen (keuzeonderwijs of eindtoets) welke met een voldoende resultaat zijn afgelegd, behouden hun geldigheid tot de eerstvolgende toetsmogelijkheid in het jaar volgend op het jaar waarin de toets in eerste instantie is afgelegd. Nadien zullen alle onderdelen opnieuw moeten worden afgelegd