Na deze module kun je:
- uitleggen hoe de longen zich uit de voordarm ontwikkelen tot een functionerend respiratoir systeem en hoe de krommingen van het embryo bijdragen aan de vorming van de pleuraholten en het diafragma
- uitleggen hoe het hart zicht ontwikkelt vanuit de embryonale hartbuis
- de hoofdzaken van het hart, de aansluitende grote vaten en de bloedsomloop weergeven in een schema
- het verschil beschrijven tussen de foetale en volwassen bloedsomloop
- uitleggen tot welke organen van het spijsverteringskanaal uit de drie delen van de oerdarm ontwikkelen en door welke drie vaten van de abdominale aorta ze gevasculariseerd worden
- uitleggen waarom spijsverteringsorganen op een bepaalde positie in de abdominale holte liggen, inclusief peritoneale verbindingen
- uitleggen uit welke embryonale weefsels de onderdelen van het urogenitaalstelsel ontstaan, hoe de nieren en blaas ontstaan en hoe de liggingsrelatie van de nieren tot stand is gekomen
- de uitwendige kenmerken als ook de inwendige kenmerken (op radiologische beelden) herkennen van een aantal specifieke aangeboren aandoeningen (bv. Siamese tweelingen, Sirenomelia)
- uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn voor het functioneren van de foetus/neonaat/volwassene bij de hier behandelde aangeboren aandoeningen
|
|
|
Inzicht in de vorming (morfologie) van orgaanstelsels helpt bij het begrijpen en beredeneren van normale ligging en functie van organen. Aangezien er bij 3‐4% van de levend geboren kinderen voor het tweede levensjaar een aangeboren aandoening wordt geconstateerd, komen aangeboren aandoeningen redelijk vaak voor. Kennis betreft de orgaanontwikkeling geeft inzicht in het ontstaan van deze aandoening en de daarbij horende veranderingen in vorm en functie van organen. Dit inzicht helpt bij het verklaren van ziektebeelden en het stellen van een diagnose in de kliniek.
Tijdens deze keuzemodule krijg je inzicht in de normale ontwikkeling van het respiratoire systeem, het hart, het urine‐producerend systeem en het spijsverteringsstelsel en een aantal daarbij voorkomende aangeboren aandoeningen. Het onderwijs sluit aan op het onderwijs in Q2 (embryonale buis‐in‐buis bouwplan) en Q1/Q3/Q5 (anatomie van verschillende inwendige organen).
Doelgroep
Studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen
Module opzet en tijdschema
HC Respiratoir systeem |
1 uur |
ZSO Respiratoir systeem & krommingen |
3 uur |
RC Respiratoir systeem |
2 uur |
HC Hart |
2 uur |
ZSO Hartontwikkeling, hart & bloedsomloop |
2 uur |
ZSO Aangeboren hartafwijkingen |
1 uur |
RC Hart |
1 uur |
HC Nieren & darmen |
1 uur |
ZSO Spijsverteringskanaal |
1,5 uur |
WG Spijsverteringskanaal en buikvliezen |
2 uur |
ZSO Urine producerend systeem |
2 uur |
RC Nieren & darmen |
1 uur |
HC Aangeboren aandoeningen |
1 uur |
PRA Museum aangeboren aandoenigen |
2 uur |
Toets voorbereiden |
4 uur |
Toets |
1,5 uur |
Totaal |
28 uur (1 EC) |
Toetsinformatie
Individuele schriftelijk toets die bestaat uit een mix van open vragen (kort antwoord / tekenen) en MC vragen
|
|
|