Hoofdleerdoel
De student is aan het einde van het blok in staat om een bewegingsanalyse te maken van een patiënt met een afwijkend looppatroon en dit te koppelen aan afwijkende bevindingen uit het lichamelijk onderzoek. De student is tevens in staat om een behandelvoorstel op te stellen interventies te benoemen en te beargumenteren gebruik makend van de principes van het motorisch leren. De student is in staat om basale, klinisch relevante onderzoeksvragen op het gebied van bewegen op te stellen.
Sub-leerdoelen
- De student kent de anatomie en de functie van de belangrijkste spiergroepen en gewrichten verantwoordelijk voor het lopen en kent de bijbehorende testen uit het lichamelijk onderzoek
- De student kent de karakteristieken van het normale gangbeeld en kan afwijkingen hiervan beschrijven.
- De student kan de afwijkingen in het gangbeeld relateren aan afwijkende functiestoornissen uit het lichamelijk onderzoek.
- De student kan een behandelvoorstel opstellen gebaseerd op de principes van het motorisch leren.
- De student begrijpt de rol van fysiotherapie binnen de medisch(-wetenschappelijke) context en leert onderzoeksvragen op het gebied van bewegen op te stellen.
|
 |
|
In deze module keuzeonderwijs maakt de student kennis met bewegingsanalyse bij patiënten met een loopprobleem. Studenten geneeskunde en biomedische wetenschappen geven aan dat binnen het huidige curriculum relatief weinig aandacht aan wordt geschonken orthopedisch onderzoek en bewegings-gerelateerde aandoeningen. Fysiotherapeuten zijn gespecialiseerd in het onderzoeken en behandelen van patiënten met een bewegings-gerelateerde aandoening en zijn hierdoor bij uitstek geschikt om binnen het curriculum geneeskunde meer diepgang aan te brengen in dit onderwerp.
Om focus aan te brengen staat het de bewegingsanalyse van de onderste extremiteiten tijdens het lopen centraal in dit keuzeblok.
De student leert de anatomie en de functie van de belangrijkste spieren en gewrichten belangrijk voor het lopen en leert hoe afwijkingen in functie onderzocht kunnen worden. Verder leert de student het lopen in detail te beschrijven en leert het afwijkende looppatroon te snappen middels bewegingsonderzoek. De student verkrijgt van de motorische leerprocessen die relevant zijn voor het verbeteren van het lopen. Voor fysiotherapeuten is dit de basis voor de opbouw van een behandeling.
Naast gedetailleerd begrip over het lopen en gaan, verwachten we ook dat de deelnemende studenten een beter begrip krijgen van het werk van de fysiotherapeut. Meer kennis over fysiotherapie zal de multidisciplinaire samenwerking optimaliseren. Ook kan het toekomstige onderzoekers helpen aanvullende onderzoeksvragen op te stellen op het gebied van bewegen en het evidence based handelen binnen de fysiotherapie. De student eindigt het keuzeblok met het zelfstandig uitwerken van een casus waarover zowel een behandelvoorstel gebaseerd op de principes van het motorisch leren en een onderzoeksvoorstel wordt geschreven.
Toetsing
De toetsing van de het keuzeblok bestaat uit 2 delen:
1. Schriftelijke toets, open vragen (gewicht 70%)
2. Verslag casuistiek (gewicht 30%)
Module opzet
De hoorcollege`s worden gegeven door fysiotherapeuten met minimaal een master opleiding en specialisme binnen het domein bewegings-gerelateerde aandoeningen gericht op het lopen. Er is gekozen voor onderstaande thema`s, met als overkoepelend thema bewegingsanalyse en klinisch redeneren. De hoorcollege`s worden aangevuld met zelfstudieopdrachten en een practicum, waarbij mogelijk met patiënten. Ieder thema heeft een studiebelasting van 6-12 uur.
|
 |
|