Na voltooiing van deze minor kun je een breed, geesteswetenschappelijk perspectief innemen (vanuit geschiedenis, sociologie en antropologie, letteren en esthetica, ethiek en filosofie, theologie en religiewetenschappen) op de praktijk van geneeskunde en gezondheidszorg, zodat je de relatie tussen dokter en patiënt niet alleen biomedisch begrijpt, maar ook kunt interpreteren als een relatie tussen twee mensen, ingebed in een context.
Dit hoofddoel bereik je middels de volgende leerdoelen:
- Je kunt de praktijk van de geneeskunde en gezondheidszorg kritisch beschouwen en analyseren met behulp van basisvaardigheden uit verschillende geesteswetenschappelijke disciplines.
- Je bent in staat om jouw analyses van en vooronderstellingen over deze praktijk te onderzoeken en aan te scherpen in dialoog met anderen.
- Je kunt mondeling en schriftelijk reflecteren op de waarde van een geesteswetenschappelijk perspectief voor de praktijk van de geneeskunde en gezondheidszorg.
|
|
Code: MED-MINK01 |
Studiepunten: 14 |
Periode: Q12 |
|
|
|
Coördinator
Dr. Anke Oerlemans; dr. Anne-Fleur van der Meer
Beschrijving
Dokters zijn geïnteresseerd in mensen. Het lijkt een cliché, maar het zou zomaar je primaire motivatie geweest kunnen zijn om geneeskunde te gaan studeren. In de afgelopen drie studiejaren ben je door docenten en zorgverleners geïntroduceerd in de wetenschap en praktijk van de geneeskunde en gezondheidszorg. Je hebt, van binnenuit, kennisgemaakt met de bijbehorende idealen, regels en routines. Je hebt hoofdzakelijk geleerd om zieke en gezonde mensen vanuit een biomedisch-wetenschappelijk perspectief te benaderen en te begrijpen, met een bijzondere aandacht voor molecuul-mens-populatie. In deze minor richten we ons niet op het minuscule molecuul of op de brede populatie, maar op de mens. We kijken in deze minor naar verschillende intrigerende maar soms ook ongemakkelijke thema’s waarmee patiënten en dokters elke dag te maken krijgen: hoe willen we gezond ouder worden? Hoe verhoud je je tot de dood? Hoe vormt de cultuur waarin mensen opgroeien hen en hoe ga je daarmee om in de zorg? Maakt het uit voor de zorg die je krijgt of geeft wat je gender is? Hoever kun je gaan met kunstmatig een baby ‘maken’? Wat mag je als dokter allemaal doen met iemands levende lichaam? Wat is de invloed van de politiek in de spreekkamer? Hoe beïnvloedt globalisering de gezondheid van mensen?
Deze en andere vragen gaan we bestuderen vanuit de geesteswetenschappen (geschiedenis, sociologie en antropologie, letteren en esthetica, ethiek en filosofie, theologie en religiewetenschappen)). In deze minor kijken we dus verder dan het biomedisch-wetenschappelijk perspectief. Dat perspectief is weliswaar heel waardevol, maar ook beperkt. We zullen zien dat er tussen dokters en patiënten veel meer dan alleen biologie aan de hand is. In deze minor bieden we je inzichten en vaardigheden die uit andere wetenschappelijke domeinen komen. Je krijgt onderwijs van docenten (van binnen en buiten het Radboudumc) die de koppeling maken tussen de geneeskundige praktijk en menswetenschappen. We kiezen voor een brede wetenschappelijke insteek waarbij we gebruik maken van verschillende bronnen die tot nadenken aanzetten. We doen aan (medische) antropologie en sociologie, gaan kunst bekijken, interpreteren en bespreken, literatuur en films analyseren, en samen filosofie lezen. We zullen ook een aantal leerzame praktijken bezoeken, waaronder een hospice en het anatomisch museum. En uitwisselingen opzetten met mensen ‘van buiten’ zoals de rabbijn, imam en de humanistische en christelijke geestelijk verzorger. Tijdens de minor voer je als toets vier portfolio-opdrachten uit waarin je de aangeboden inzichten en vaardigheden inzet om zelfgekozen onderwerpen binnen het domein van de gezondheidszorg te analyseren. Je leert in gesprek met studenten en docenten je eigen vooronderstellingen over deze onderwerpen te onderzoeken en aan te scherpen. Kortom: in deze minor leer je op onderbouwde wijze de mens in de geneeskunde te zien.
Kernwoorden
Arts-patiënt-relatie, mens- en maatschappijwetenschappen, religie, cultuur, kunst, samenleving
Toetsing
De toetsing van de minor bestaat uit vijf onderdelen:
- Vier individuele portfolio-opdrachten; iedere opdracht telt voor 22,5% van je eindcijfer – totaal 90%.
- Een individueel mondeling tentamen n.a.v. je portfolio-opdrachten; 10% van je eindcijfer.
Voorwaarden: Alle onderdelen moeten minimaal met een 5,5 beoordeeld worden om te slagen voor de cursus. Aanwezigheid bij contactonderwijs is verplicht.
De toetsdatum in Osiris is fictief de daadwerkelijke toetsdata zijn opgenomen in het rooster.
Literatuur
Opdrachten en literatuurreferenties zullen op Brightspace geplaatst worden.
|
|
|