Code: MED-MINK18 |
Studiepunten: 14 |
Periode: Q12 |
Coördinator
Kees Kramers, Suzanne Heemskerk en Bas Schouwenberg, afd. Farmacologie-Toxicologie
Beschrijving
Vrijwel alle artsen schrijven geneesmiddelen voor. Voor sommige artsen (beschouwers) is het hoofdzaak voor anderen (snijders) een (lastige) bijzaak, maar de meesten ontkomen er niet aan. Geneesmiddelen voorschrijven is niet zo gemakkelijk. Allereerst moet je weten welk middel voor welke aandoening het beste is. Soms wordt je geholpen door richtlijnen, soms zijn er tussen richtlijnen (huisartsen, specialisten) verschillende meningen en dan wordt u ook nog belaagd door de farmaceutische industrie. In deze minor zult u leren hoe u te midden van alle beschikbare informatie en evidence een rationele keuze kunt maken.
Maar dan bent u er nog niet. De ene patiënt is dik, de andere dun, soms doet de nier het niet goed, of is iemand zwanger of allergisch, of er is comorbiditeit en de patiënt slikt nog meer pillen met mogelijkheid op interacties. In de praktijk gaat dit voorschijven bij individuele patiënten nogal eens mis, en belandt de patiënt vanwege een therapeutische fout van zijn dokter in het ziekenhuis. In deze minor leert u op basis van welke farmacokinetische en farmacodynamische argumenten u tot een bepaalde keuze bij een individuele patiënt kunt komen.
Zodra u het recept hebt uitgeschreven stuit u op het volgende probleem: uw patiënt krijgt klachten, bijwerkingen, maar is het wel een bijwerking waar uw patiënt last van heeft? In deze minor zal het Nederlands bijwerkingeninstituut Lareb u bijbrengen hoe u bijwerkingen kunt herkennen en hoe databanken over (mogelijke) bijwerkingen te raadplegen zijn.
Als laatste zult u voortdurende geconfronteerd worden met het feit dat veel nog niet (goed) bekend is in de geneeskunde. In deze minor zult u een dergelijk onderwerp oppikken en daar een studieprotocol voor uitwerken. U leert hoe u een klinische vraagstelling kunt vertalen in een onderzoeksvraag en welke methodologische) uitdagingen u hebt om een goed studieprotocol te schrijven. U leert hoe u bij het uitwerken van dit protocol rekening moet houden met patiëntveiligheid, waardoor u wellicht bepaalde patiënten categorieën moet excluderen, maar ook hoe vervolgens uw studievoorstel minder consequenties zal hebben voor de klinische zorg van alledag, waarbij juist de kwetsbare patiënten behandeld moeten worden.
Aan het einde van deze minor bent u gepokt en gemazeld op het gebied van effectief en veilig voorschrijven en zult u in staat zijn wetenschappelijke literatuur te wegen en argumenten van vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie op waarde te schatten. Uw toekomstige patiënten zullen daar zeker van gaan profiteren!
Kernwoorden
Geneesmiddelen, genotmiddelen, farmacotherapie, bijwerkingen, vergiftigingen.
Toetsing
Toetsregeling
Titel examenonderdeel:
|
Minor: ….….
|
Toetsvorm
|
Gewicht (%) van eindcijfer)
|
Individueel(1) of groepsgrootte (n=..)
|
Minimale score voor onderdeel
|
Wijze van hertoetsing
|
Schriftelijke toets, open vragen
|
40%
|
Individueel
|
5,50
|
Schriftelijk
|
Pro con debat
|
5 %
|
Groep (n=3-4)
|
5,50
|
Mondeling
|
Geschreven verslag + mondelinge presentatie
Individualiseren therapie
|
10%
5% presentatie
5% monografie
|
Individueel
|
5,50
|
Mondeling
|
Geschreven verslag Bijwerkingenmonografie
|
5%
|
Groep (n=2-3)
|
5,50
|
Mondeling
|
Geschreven verslag + poster presentatie
genotmiddelen
|
10%
5% presentatie
5% monografie
|
Groep (n=3-4)
|
5,50
|
Schriftelijk
|
Geschreven verslag studie synopsis + patiënteninformatie
|
20%
|
Groep (n=2-3)
|
5,50
|
Schriftelijk
|
Engelstalig abstract
|
10%
|
Individueel
|
5,50
|
Schriftelijk
|
Deelnameplicht voor de volgende activiteiten:
|
Groepsopdrachten, excursies, presentaties van andere studenten.
|
|
|
|
Literatuur
Opdrachten en literatuurreferenties zullen op Brightspace geplaatst worden.
|