Na deze module kun je uitleggen:
- hoe het centraal en perifeer zenuwstelsel vanuit de neurale buis en de neurale lijst cellen ontstaan is en hoe hierbij de efferenten en afferenten in het ruggenmerg georganiseerd zijn
- hoe we vanuit de myotomen en de uitgroei daarvan tot de verdeling van spiergroepen in de romp en extremiteiten komen
- hoe sclerotoom, laterale plaat mesoderm en neurale lijst cellen de basis van het axiale en appendiculaire skelet vormen
- hoe de botten, spieren en zenuwen van de romp en extremiteiten gebouwd zijn uit embryonale segmenten en compartimenten en wat hierbij de relatie is met dermatomen
- welke botten door enchondrale en welke door endesmale botvorming gevormd worden
- hoe de ontwikkeling van het autonome zenuwstelsel verloopt en hoe dit glad spierweefsel van organen innerveert
- wat de embryonale oorsprong is en wat de gevolgen zijn van de in de module behandelde aangeboren aandoeningen van het zenuwstelsel en/of spier-skeletstelsel
|
|
De ontwikkeling van het brein en de zenuwen en de verdeling van spiergroepen in de extremiteiten en romp komt summier aan de orde in Q1, Q2 en Q6. Inzicht in deze ontwikkeling helpt in hoge mate bij het begrijpen van de bouw van het zenuwstelsel en spier-skeletstelsel.
In deze module komt elke dag een ander onderwerp aan bod. Hierbij leer je over de embryonale ontwikkeling van: centraal, perifeer en autonome zenuwstelsel, het spier-skeletstelsel in romp en extremiteiten, glad spierweefsel én aangeboren aandoeningen in het zenuwstelsel en spier-skeletstelsel.
Deze informatie geeft je inzicht in de logische verdeling van spieren in segmenten en spiergroepen (flexoren/extensoren) en in de bouw en indeling van het zenuwstelsel (oa. centraal/perifeer, somatisch/autonoom, motorisch/ sensorisch, dermatomen).
Met deze kennis ga je je vervolgens verdiepen in een aantal gerelateerde aangeboren aandoeningen.
We verwachten van je dat je bij elk onderwijsmoment aanwezig bent en actief deelneemt.
Studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen
Module opzet en tijdschema
Dag |
Duur |
Type |
Locatie(s) |
Toelichting |
ma |
1 |
ZSO |
|
opfrissen basiskennis Embryologie week 1-4 |
|
2 |
HC |
on campus |
ontwikkeling centraal zenuwstelsel en spier-skeletstelsel in de romp (segmenten) |
|
4 |
ZSO |
|
ontwikkeling centraal zenuwstelsel en spier-skeletstelsel in de romp (segmenten) |
|
2 |
WG Begeleid |
on campus |
integratie anatomie - embryologie in de romp |
di |
2 |
ZSO |
|
opfrissen kennis anatomie spiergroepen/compartimenten/innervatie |
|
2 |
HC |
on campus |
ontwikkeling perifeer zenuwstelsel en spier-skeletstelsel in de extremiteiten |
|
2 |
ZSO |
|
ontwikkeling spier-skeletstelsel in de extremiteiten |
|
2 |
Practicum |
Museum |
integratie anatomie - embryologie in de extremiteiten in het museum |
wo |
2 |
ZSO |
|
ontwikkeling perifeer zenuwstelsel |
|
2 |
HC |
on campus |
autonoom zenuwstelsel en aansturing glad spierweefsel |
|
2 |
ZSO |
|
autonoom zenuwstelsel en aansturing glad spierweefsel |
|
2 |
ZSO |
|
integratie alle informatie |
do |
2 |
Practicum |
Museum |
aangeboren aandoeningen in het museum |
|
2 |
ZSO |
|
uitwerken casus |
|
1 |
ZSO |
|
concepten |
|
2 |
ZSO |
|
voorbereiding RC + oefentoetsvragen |
vrij |
2 |
ZSO |
|
voorbereiding toets |
|
2 |
RC Vragenuur |
on campus |
casus + concepten + resterende vragen |
|
2 |
ZSO |
|
voorbereiding toets |
|
2 |
Toets |
on campus |
afsluitende toets |
Toetsinformatie
Individuele schriftelijk toets die bestaat uit een mix van open vragen (kort antwoord / tekenen) en MC vragen.
|
|
|