Aan het einde van deze cursus kunnen de studenten
- talen karakteriseren via reguliere expressies, automaten en grammatica's;
- bij een gegeven taal een herkennende automaat construeren;
- eigenschappen van talen onderzoeken aan de hand van beschrijvingen en automaten;
- een gegeven taal classificeren in de talenhiërarchie.
|
|
In deze cursus maak je kennis met methoden om een (computer)taal heel precies te beschrijven en met mechanismen om na te gaan of een gegeven tekst tot die taal behoort. Je past deze methoden toe op een voorbeeld uit de praktijk. Aspecten van deze cursus kom je overal tegen in de informatica, bijvoorbeeld bij het ontwerp van programmeer- en specificatietalen en bij de constructie van vertalers (compilers) en gebruikersinterfaces.
|
|