Aan het eind van de cursus is de student in staat om:
- de bewegingsvergelijkingen te gebruiken om de beweging van macroscopische systemen in 1 en 2 dimensies te beschrijven en te begrijpen;
- het concept kracht te begrijpen en de wetten van Newton toe te passen;
- De concepten impuls(moment), kinetische, potentiële en mechanische energie te begrijpen en toe te passen, ondermeer in behoudswetten voor impuls en energie.;
- om te gaan met vectoren.
|
|
De cursus omvat practica, hoorcollege, tutorcollege en werkcollege.
Het practicum volgt het natuurkundepracticum (NWI-NP017C; practicum 1). Voor een uitgebreide beschrijving zie aldaar.
De cursus bestaat uit twee delen. Het eerste deel introduceert de mechanische beschrijving van lineaire bewegingen in 1 en 2 dimensies. Het tweede deel breidt dit uit naar rotaties, oscillaties, planeten en vloeistoffen.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
Deel 1:
- Beweging in één dimensie; snelheid; versnelling;
- Tweedimensionale beweging; kogelbaan; cirkelbeweging;
- De wetten van Newton; de concepten kracht, referentiekader, massa en gewicht, krachtenanalyse, wrijving;
- Arbeid, kinetische en potentiële energie, (niet) geïsoleerde systemen, behoud van energie;
- Impuls, stoot en behoud van impuls.
Deel 2:
- Uitgebreide lichamen; traagheidsmoment; draaibeweging;
- Krachtmoment, hoekmoment, rotatie-energie, statica;
- Oscillaties: massa-veer-systeem, pendule, gedempte en gedreven oscillaties;
- Gravitatiekracht en -energie; de wetten van Kepler;
- Vloeistofmechanica: de wetten van Pascal, Archimedes en Bernoulli.
|
|
|
|
VWO-niveau natuur- en wiskunde zijn vereist.
|
|
De twee onderdelen worden apart schriftelijk getoetst: één tussentijds tentamen na het eerste kwartaal (niet vermeld in Osiris) en één na het tweede kwartaal.
Het cijfer wordt bepaald door het rekenkundige gemiddelde van de resultaten van de twee deeltoetsen; echter, voor beide deeltoetsen dient minimaal een 5.0 te worden behaald.
Er zal één hertentamen plaatsvinden, waarbij alleen de vragen over het niet-gehaalde deel gemaakt hoeven te worden.
Met het werkcollege kan maximaal één bonuspunt worden verdiend; dit wordt alleen toegekend bij voldoende deelname aan het practicum.
|
|
Indien een student één of meer practica/practicumdagen mist in verband met de corona maatregelen, is het aan de practicumleider te beoordelen of de student het practicum dient in te halen en op welke wijze dit dient te geschieden.
|
|