Het doel van het portfolio is dat de student gedurende de bacheloropleiding informatie over zijn/haar ontwikkeling van academische vaardigheden verzamelt en een perspectief op zijn verdere loopbaan ontwikkelt. Ook wordt gestimuleerd het eigen gedrag te reflecteren om bewuste en goed onderbouwde keuzes te maken en een realistische planning en doorstroming in de bacheloropleiding te bevorderen.
In het eerste jaar wordt het portfolio aan de studieadvisering gekoppeld, in de post-propedeuse dient de student aan verschillende soorten van activiteiten deel te nemen en hierover aan de hand van een kort verslag te reflecteren.
Portfolio Propedeuse
Voor dit deel van het portfolio is het aparte vak 'Portfoliodeel jaar 1' (0 ec) met vakcode WP017B aangemaakt. Het portfoliodeel jaar 1 is aan de studieadvisering gekoppeld, de student zal enkele specifieke portfolio opdrachten moeten uitvoeren en deze met de studieadviseur te overleggen te overleggen. Voor verdere informatie, zie de beschrijving van het portfoliodeel jaar 1 op de portfolio webpagina.
Portfolio Post-Propedeuse
Tweede- en derdejaars studenten worden geacht uit eigen initiatief aan beroepsoriënterende activiteiten deel te nemen.
Mogelijkheden zijn het bezoeken van:
- lezingen met als sprekers: mensen uit de beroepspraktijk (bedrijfsleven, overheid, semi-overheid, wetenschappers);
- bedrijvenavonden;
- beta bedrijven beurs;
- presentaties van afstudeerprojecten (masterstage, masterscriptie, promotie);
- colloquia, symposia (bijvoorbeeld Nederlands Mathematisch Congres);
- opzoeken van mensen uit de beroepspraktijk voor discussie of interview.
Activiteiten waarover je kunt rapporteren zijn:
- excursies naar bedrijven, semi-overheidsinstellingen of onderzoeksinstituten (bijvoorbeeld georganiseerd door studieverenigingen);
- praktijkgericht onderwijs buiten de opleiding (bijvoorbeeld software ontwikkeling, visualisatie);
- stage lopen op een middelbare school;
- reflectie op studentassistenschap.
De activiteiten die door de studieverenigingen Desda (wiskunde) en Marie-Curie (natuur- en sterrenkunde) georganiseerd worden, staan in principe voor zowel de studenten wiskunde als natuur- en sterrenkunde open. Een deel van deze activiteiten worden met de opmerking aangekondigd dat ze geschikt voor het portfolio zijn omdat ze van te voren door de portfoliodocenten goedgekeurd zijn. Deze activiteiten vallen onder de organisatieregels van de verenigingen.
Op verzoek van de studenten ondersteunt de opleiding het organiseren van lezingen door professionals, deels in samenwerking met het alumninetwerk de Wortel.
Tevens organiseert Career Service Science (http://www.ru.nl/fnwi/careerservice/ , kamer HG00.531) verschillende portfolio-workshops, zie: http://www.ru.nl/fnwi/careerservice/werkzoekenden/workshops-0/.
Van elke activiteit moet de student een kort verslag (1 A4; rond 400-600 woorden) schrijven en deze verslagen moeten worden opgenomen in het portfolio. Het verslag bevat een beschrijving van de activiteit (bijvoorbeeld in de vorm van een recensie) en een substantieel reflecterend deel waarin de student uitlegt wat de activiteit voor hem/haar heeft betekend.
Het portfolio dient uiteindelijk 10 verslagen over activiteiten te bevatten, waarvan:
- minstens 2 verslagen over bedrijven buiten de overheid;
- minstens 2 verslagen over onderzoeks- of semi-overheidsinstituten;
- minstens één verslag over afstudeerpresentaties (master of promotie);
- minstens 2 verslagen gebaseerd op een discussie met of interview van een professional;
- minstens één verslag in het Engels, bij voorkeur over een activiteit met voertaal Engels;
- hoogstens 2 verslagen van excursies georganiseerd door Desda en/of Marie-Curie tellen mee.
Daarnaast moet iedere student in het derde studiejaar een toekomstplan schrijven (met een omvang van ongeveer 2 A4) waarin de student zijn/haar keuze voor het vervolg van de bacheloropleiding beredeneert. In voorbereiding op de master kan de student al contact opnemen met de mastercoördinator Klaas Landsman. In het toekomstplan kan de student verder verwijzen naar de verslagen die hij/zij gemaakt heeft van de beroepsoriënterende activiteiten. Ook het toekomstplan moet worden opgenomen in het portfolio van de student. |