Het doel van het portfolio is dat de student gedurende de bacheloropleiding informatie over de eigen ontwikkeling van academische vaardigheden verzamelt en een perspectief op de verdere loopbaan ontwikkelt. De student wordt gestimuleerd op het eigen gedrag te reflecteren om bewuste en goed onderbouwde keuzes te maken en door een realistische studieplanning de doorstroming in de bacheloropleiding te bevorderen.
In het eerste jaar wordt het portfolio aan de studieadvisering gekoppeld, in de post-propedeuse dient de student aan verschillende soorten van activiteiten deel te nemen en hierover aan de hand van een kort verslag te reflecteren.
Iedere student wordt bij het begin van de opleiding ingeschreven voor de BrightSpace cursus Portfolio Bachelor van het beginjaar en blijft de portfolio-opdrachten gedurende de hele bacheloropleiding idaarin verzamelen.
Portfolio Jaar 1
Voor dit deel van het portfolio is in Brightspace onder "Assignments" de folder "Opdrachten eerste jaar" aangemaakt. De 3 opdrachten betreffen:
- het kennismakingsgesprek met de studieadviseur/-begeleider. In te leveren voor 15 oktober.
- reflectie op studievaardigheden (vervolggesprek met studieadviseur/-begeleider nadat het voorlopig BSA is vastgesteld). In te leveren voor 15 maart.
- Post-propedeuseplan. In te leveren voor 15 mei.
Bij de afronding van het eerste studiejaar dient iedere student de 3 assignments te hebben vervuld; het uploaden van de ingevulde documenten in Brightspace is daarvoor vereist. Daarmee voldoe je aan de eisen van de verplichte eerstejaars cursus NWI-WP017B Portfoliodeel Wiskunde Jaar-1.
Portfolio Jaar 2 en Jaar 3
Tweede- en derdejaars studenten worden geacht uit eigen initiatief aan beroepsoriënterende activiteiten deel te nemen.
Mogelijkheden zijn het bezoeken van:
- lezingen met als sprekers: mensen uit de beroepspraktijk (bedrijfsleven, overheid, semi-overheid, wetenschappers);
- bedrijvenavonden;
- beta bedrijven beurs;
- presentaties van afstudeerprojecten (masterstage, masterscriptie, promotie);
- voorlichting over masteropleidingen (ook op andere universiteiten en buiten de wiskunde);
- colloquia, symposia (bijvoorbeeld Nederlands Mathematisch Congres);
- opzoeken van mensen uit de beroepspraktijk voor discussie of interview.
Activiteiten waarover je kunt rapporteren zijn:
- excursies naar bedrijven, semi-overheidsinstellingen of onderzoeksinstituten (bijvoorbeeld georganiseerd door studieverenigingen);
- praktijkgericht onderwijs buiten de opleiding (bijvoorbeeld software ontwikkeling, visualisatie);
- stage lopen op een middelbare school;
- reflectie op studentassistenschap.
De activiteiten die door de studieverenigingen Desda (wiskunde) en Marie-Curie (natuur- en sterrenkunde) georganiseerd worden, staan in principe voor zowel de studenten wiskunde als natuur- en sterrenkunde open. Een deel van deze activiteiten worden met de opmerking aangekondigd dat ze geschikt voor het portfolio zijn omdat ze van te voren door de portfoliodocenten goedgekeurd zijn. Deze activiteiten vallen onder de organisatieregels van de verenigingen.
Op verzoek van de studenten ondersteunt de opleiding het organiseren van lezingen door professionals, deels in samenwerking met het alumninetwerk de Wortel.
Van elke activiteit moet de student een kort verslag (1 A4; rond 400-600 woorden) schrijven en deze verslagen moeten worden opgenomen in het portfolio. Het verslag bevat een beschrijving van de activiteit (bijvoorbeeld in de vorm van een recensie) en een substantieel reflecterend deel waarin de student uitlegt wat de activiteit voor hem/haar heeft betekend met betrekking tot zijn/haar loopbaankeuzes.
Het portfolio dient uiteindelijk 10 verslagen over activiteiten te bevatten, waarvan:
- minstens 2 verslagen over bedrijven buiten de overheid;
- minstens 2 verslagen over onderzoeks- of semi-overheidsinstituten;
- minstens één verslag over afstudeerpresentaties (master of promotie);
- minstens één verslag gebaseerd op een discussie met of interview van een professional;
- minstens één verslag in het Engels, bij voorkeur over een activiteit met voertaal Engels;
- hoogstens 2 verslagen van excursies georganiseerd door Desda en/of Marie-Curie tellen mee.
Daarnaast moet iedere student in het derde studiejaar een toekomstplan schrijven (met een omvang van ongeveer 2 A4; circa 1000 woorden) waarin de student de keuze voor het verloop van de bacheloropleiding beredeneert. In voorbereiding op de master kan de student al contact opnemen met één van de coördinatoren van de verschillende masterspecialisaties. In het toekomstplan kunnen de studenten verder verwijzen naar de verslagen die zij gemaakt hebben van de beroepsoriënterende activiteiten. Ook het toekomstplan moet worden opgenomen in het portfolio van de student.
Instructional Modes
|