Na afloop van de cursus
- heeft de student inzicht in de werking van de beroemde onafhankelijkheidsbewijzen.
- begrijpt de student hoe deze ontwikkelingen onze visie op aard een mogelijkheden van de wiskunde voorgoed hebben veranderd.
- weet de student hoezeer bij deze stellingen het subtiele onderscheid tussen taal en metataal van belang is.
|
|
Het college is een vervolg op het college Axiomatische Verzamelingenleer.
Het doel van het college is een nauwkeurige behandeling van de stellingen van Gödel (1938) en Cohen (1964) die zeggen dat Cantors continuümhypothese (1878) niet weerlegd en niet bewezen wordt door de axioma's van de verzamelingenleer zoals die zijn opgesteld door Zermelo en Fraenkel (1908-1925).
Tijdens het college worden aantekeningen verstrekt.
Werkvormen
|
|
|
|
Gedurende de cursus worden opgaven verstrekt en beoordeeld. De student wordt geacht 60% van deze opgaven in te leveren. Het cijfer voor deze opgaven telt voor 40% mee voor het eindcijfer. Het eindcijfer wordt vastgesteld na een mondeling tentamen. |
|
|