Na afloop van de cursus kun je:
- formatief handelen in de les;
- inzichtelijk maken waar leerlingen staan ten opzichte van beoogde leerdoelen en op basis daarvan noodzakelijke, doelgerichte activiteiten ontwerpen en inzetten om het leerproces van de leerlingen te bevorderen – waarbij er voor leerlingen zo min mogelijk op het spel staat;
- reflecteren op a) het eigen formatieve handelen in de les en op b) de ontwikkeling van het eigen inzicht hierin.
|
|
Leren is een cyclisch proces; nieuw leren bouwt telkens voort op eerder leren. Bij formatief handelen houdt de leraar hiermee bewust rekening. Wat leerlingen leren van een les is namelijk sterk afhankelijk van hun voorkennis. De leraar verzamelt informatie met betrekking tot die voorkennis, schat daarmee in waar leerlingen zich bevinden ten opzichte van het leerdoel, en ontwerp gericht activiteiten om leerlingen verder te helpen.
Ervaren leraren kunnen de voorkennis van leerlingen vaak goed inschatten en voorzien vooraf mogelijke leermoeilijkheden. Ze passen hun onderwijsaanpak hierop aan, maar blijven ook tijdens de les gericht het leren van de leerlingen monitoren. Zo geven ze ‘responsief‘ les, en brengen samenhang aan in en tussen lessen.
Als beginnende leraar heb je doorgaans nog weinig zicht op het niveau van leerlingen en de typische leermoeilijkheden die ze ervaren bij bepaalde leerstof. Dat maakt het lastig om goed formatief te handelen. Echter, informatie verzamelen over het leren helpt je als beginnende leraar om hier inzicht in te krijgen. In deze cursus staat daarom formatief handelen centraal om aan te sluiten op het leerproces van de leerlingen en zo samenhang te creëren in en tussen lessen.
In de colleges besteden we aandacht aan het belang van formatief handelen en strategieën en technieken (ook digitaal) om het leren zichtbaar te maken. Verder gaan we in op het gebruiken van bewijs van leren om het leerproces te bevorderen.
|
|
|
Het tentamen bestaat uit een schriftelijke opdracht. Deze schriftelijke opdracht bestaat uit:
1 Een presentatie van twee uitgevoerde formatieve technieken.
2 Een reflectie op de ontwikkeling van eigen inzicht betreffende formatief evalueren.
De opdracht moet met minimaal een voldoende worden afgesloten. De weging is 100%. De opdracht kan gebruikt worden voor binnen de Academische en Professionele Ontwikkeling (APO)-lijn van de opleiding en als bron in het stagedossier. De student heeft één herkansing.
|
|
Voor het kunnen afronden van de cursus dient de student minimaal twee formatieve technieken uit te voeren op een werkplek in het voortgezet onderwijs.
|
|