Na afloop van de cursus:
Leerdoelen van de cursus:
Algemeen: de student maakt een aanzet tot een onderbouwde visie op zijn pedagogische taak van de docent.
Subdoelen:
- De student maakt een aanzet tot het herkennen van pedagogische situaties in de dagelijkse onderwijspraktijk, kan deze interpreteren en gaat hierover in gesprek met anderen
- De studenten kan ontwikkelingsfasen van leerlingen benoemen en herkennen en maakt een aanzet om zijn handelen vanuit pedagogisch perspectief hierop onderbouwd af te stemmen (psychosociaal, cognitief, fysiek, moreel …).
- Student ontwikkelt een eigen pedagogisch begrippenkader door pedagogisch handelen te verwoorden, te duiden en te legitimeren.
- Student kan spanningsvelden en pedagogische dilemma’s herkennen, benoemen en concretiseren.
|
Deze cursus heeft als centraal doel om het pedagogisch handelen van leraren te professionaliseren door kennis en vaardigheden te ontwikkelen die ten grondslag liggen aan adequaat pedagogisch handelen.
|
|
Vaak wordt de adolescentie gezien als een fase waarin zich veel problemen voordoen. In deze cursus staat de gedachte centraal dat de adolescentiefase juist veel ontwikkelingsmogelijkheden biedt en dat leraren hierbij een belangrijke rol kunnen vervullen. Tevens staat de gedachte centraal dat geen leerling hetzelfde is. Hiervoor is een gedegen kennisbasis van de fasen in de adolescentiepsychologie noodzakelijk. Tevens wordt tijdens de werkcolleges de pedagogische rol van de docent verkent aan de hand van diverse pedagogische perspectieven.
Naast deze kennisbasis staat in de cursus het pedagogisch handelen van leraren centraal. Wat zijn eigenlijk pedagogische vraagstukken? Hoe kan een leraar hierin het beste handelen? Welke pedagogische prioriteiten geeft een leraar hieraan? Waar begint, maar ook waar eindigt de pedagogische verantwoordelijkheid van leraren? Deze vragen staan centraal tijdens de werkcolleges. Dit alles draagt bij aan het vergroten van pedagogisch bewustzijn, pedagogisch handelen en pedagogisch kunnen legitimeren.
|
|
|
De toetsing bestaat uit meerdere keuze- opdrachten en de beoordeling van de verplichte eindopdracht. De tussentijdse keuze- opdrachten zijn niet verplicht en hebben een formatief karakter. Dat wil zeggen dat ze wanneer ze ingeleverd worden op Brightspace van richtinggevende feedback zullen worden voorzien. Ze geven je zowel input voor jouw leerproces in de rol van pedagoog, alsook voor de eindopdracht. Voor de eindopdracht zijn er richtinggevende vragen en is er een beoordelingsformat dat voorafgaand aan de toetsing wordt gedeeld.
|
|