Na afloop van de cursus ben je in staat om:
Als pedagoog:
- in jouw pedagogisch handelen rekening te houden met verschillen tussen leerlingen
- het groepsproces van de klas vanuit een eigen visie op klassenklimaat te sturen, passend bij inhoud van de les en de context van de klas.
Als vakdidacticus:
- je eigen vakdidactische opvattingen te verwoorden
- zelfstandig een consistent leerarrangement
- te ontwerpen,
- indien nodig tijdens de uitvoer bij te stellen,
- te evalueren en daarbij te reflecteren op je eigen vakdidactische keuzes;
- bij het ontwerpen van leerarrangementen gebruik te maken van jouw inzicht in de verschillen tussen leerlingen in het vakspecifieke denken en leren.
Als professional:
- eigen leerdoelen te formuleren en daarin focus aan te brengen, ook waar het gaat om jouw rol buiten de klas, actief te sturen op jouw eigen ontwikkeling en deze bij te stellen waar nodig. Daarbij ben je actief op zoek naar feedback, -up en -forward en gericht op het verwerken hiervan.
- zelfstandig te reflecteren op de ontwikkeling die je gedurende Zelfstandige Stage 1 hebt doorgemaakt als beginnend docent;
- zelfstandig te functioneren in een professionele setting:
- je neemt deel aan verschillende bijeenkomsten buiten jouw eigen lessen om (rapportvergadering, sectieoverleg, teamoverleg, scholingsbijeenkomst),
- je draagt de verantwoordelijkheid voor minimaal twee klassen en onderhoudt daarvoor contact met verschillende belanghebbenden (mentor, collega’s, ouders).
|
 |
|
De Begeleide Stage 2 dient met een voldoende te zijn afgerond, alvorens gestart kan worden met Zelfstandige Stage 1.
|
|
Het cijfer van het tentamen Zelfstandige Stage 1 wordt vastgesteld door een beoordelaar van de Radboud Docenten Academie. Die baseert zich hierbij op de volgende bronnen:
1. Het beoordelingsadvies van je werkplekbegeleider met daarin een oordeel over én feedback op de professionele grondhouding, het ontwikkelrapport én de ingevulde rubric. Het beoordelingsformulier wordt ingevuld door jouw werkplekbegeleider én een tweede begeleider (bv. de schoolopleider). Het formulier genereert automatisch een cijfer. Afhankelijk van dit oordeel kunnen je beoordelaars 0,5 punt afwijken. Zie voor uitleg over de totstandkoming van het cijfer de informatie bij het stagebeoordelingsformulier.
2. Een stagedossier van de student met bewijsstukken van het ontwikkelingsproces en het uiteindelijk behaalde niveau.
De beoordelaar van de Radboud Docenten Academie vergelijkt het beoordelingsadvies met het stagedossier. Laten beide bronnen hetzelfde beeld zien, dan neemt de beoordelaar het cijfer over.
|
|