De BA-scriptie is een werkstuk gebaseerd op literatuurstudie, eventueel aangevuld met materiaal verzameld tijdens het derdejaars-leerproject. |
|
De scriptie dient gebaseerd te zijn op literatuur onderzoek. Het onderwerp van de scriptie moet gerelateerd zijn aan één van de drie themacursussen: Cultuur, identiteit en religie (CAOSB305); Gender en sociale ongelijkheid (CAOSB306); en Markt, materiële cultuur en meerwaarde (CAOSB307). Indien mogelijk, kunnen de data verkregen tijdens het derde jaars leerproject, ter illustratie en/of aanvulling in de scriptie worden ingezet. Het betoog van de scriptie dient het karakter te hebben van een kritische analyse en reflectie op onderzoek en theorievorming met betrekking tot het gekozen thema.
De omvang van de bachelorscriptie bedraagt maximaal 12.000 woorden (exclusief noten, bibliografie en appendices). Gebruik A4-formaat, regelafstand 1,5, marges van 3 cm. Paragrafen en alinea's typografisch duidelijk onderscheiden. Noten aan het eind van de tekst plaatsen. Voor regels betreffende literatuurverwijzing, de opmaak van de bibliografie, citaten, parafrases en andere details zie de reader studievaardigheden. De scriptie dient in helder en correct Nederlands geschreven te zijn. |
|
|