Aan het eind van de cursus Mediagebruik is de student in staat om:
- de in de cursus aangeboden theoretische en empirische kennis over mediagebruik te benoemen, te beschrijven, en uit te leggen wat al die theoretische en empirische kennis betekent.
- zelf empirische kennis over mediagebruik te vergaren middels het uitvoeren van surveyonderzoek.
- de verschillende onderdelen van theoretische en empirische kennis te identificeren, te categoriseren en te vergelijken.
- te beschrijven hoe je theoretische en empirische kennis over mediagebruik op waarde kunt schatten voor specifieke situaties, en die kennis toe te passen op concrete maatschappelijke situaties.
- de raakvlakken tussen enerzijds theorieën over mediagebruik en anderzijds psychologie en sociologie te beschrijven.
|
|
Soms ben je mediaproducent, soms mediaconsument. Maar welke rol je ook speelt, het is altijd belangrijk om te begrijpen hoe het publiek in elkaar steekt. Om succesvolle media en mediaboodschappen te maken, moet je niet alleen verstand hebben van media en mediaboodschappen, maar ook van de mensen voor wie ze bedoeld zijn: het publiek. Het publiek beslist over het succes of falen van mediaboodschappen en laat zich overtuigen en beïnvloeden – of niet.
Ook als je mensen wilt leren op een verstandige manier met media om te gaan is kennis van het publiek noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor wanneer je mensen wilt helpen hun gedrag te veranderen door een media-interventie. Je kunt wel roepen dat mensen hun verstand moeten gebruiken, maar de ervaring leert dat mensen daar zuinig mee omgaan. Als je mensen wilt helpen met het veranderen van hun (media-)gedrag, zul je ook daar rekening mee moeten houden.
In deze cursus gaan we in op hoe het publiek in elkaar zit en hoe je daar zelf onderzoek naar kunt doen met behulp van surveyonderzoek.
|
|
|
|
Studenten Communicatiewetenschap moeten 36 EC hebben behaald van B1 of zijn toegelaten tot de pre-master Communicatiewetenschap.
Bijvakstudenten verwijzen wij naar de toelatingsvoorwaarden B2 en B3 cursussen als keuzevak in deze studiegids onder kopje Studenten van andere opleidingen.
|
|
Studenten schrijven een groepswerkstuk over surveyonderzoek dat zij uitvoeren (40%) en maken een individueel tentamen (60%). Alle onderdelen moeten met een voldoende/voldaan worden afgesloten om de cursus te kunnen behalen.
|
|
|