De student:
- kan gegevens uit grootschalig veldonderzoek geschikt maken voor statistische analyses;
- heeft kennis van statistische toetsen die gangbaar zijn in sociaalwetenschappelijk onderzoek;
- kan statistische procedures toepassen met behulp van SPSS, waarbij de nadruk ligt op de SPSS-commandotaal;
- is in staat om de uitkomsten van SPSS interpreteren en rapporteren;
- kan systematisch en analytisch sociaalwetenschappelijk onderzoek beoordelen.
|
|
- Toetsingstheorie: steekproevenverdeling, betrouwbaarheidsinterval, power, bootstrapping
- Toetsen van een gemiddelde;
- Toetsen voor vergelijking van twee onafhankelijke groepen;
- Toetsen voor vergelijking van twee afhankelijke groepen;
- Toetsen van de samenhang tussen twee kwalitatieve variabelen (tabelanalyse);
- Toetsen van samenhang tussen twee kwantitatieve variabelen (correlatie en regressie)
- Mediatie: toetsen van indirecte effecten
- Dummyvariabelen in de regressie
|
|
|
Studenten Sociologie en Communicatiewetenschap moeten 36 EC hebben gehaald van respectievelijk B1 Sociologie en B1 Communicatiewetenschap.
|
|
|
|