Aan het einde van de cursus is de student in staat om:
- te begrijpen wat filosofisch nadenken over de opvoedings- en onderwijswerkelijkheid betekent. (3,4,9)
- concepten, aannamen, argumenten en waarden die bepalend zijn voor visies op opvoeding en onderwijs te benoemen. (3,4,9)
- in te zien hoe denkkaders ter discussie kunnen staan onder invloed van historische veranderingen, ontwikkelingen in de filosofie, empirische wetenschap, onderwijs en opvoedingspraktijk. (3,4,9)
- basiskennis van filosofie en geschiedenis van opvoeding en onderwijs te demonstreren. (3,4,9)
|
|
|
Deze inleidende cursus over filosofie en geschiedenis van opvoeding en onderwijs is erop gericht om te laten zien hoe de pedagogiek bepaald wordt door onze denkkaders. Door de historische en filosofische benadering wordt duidelijk gemaakt hoe begrippen, aannamen, waarden en argumenten een rol spelen in de pedagogische wetenschap en -praktijk.
|
|
|
|
|
Een serie korte opdrachten die individueel, maar in samenwerking gemaakt worden tijdens de lopende periode. Er wordt afgesloten met het schrijven van een eindopdracht.
|
|
Gezien de huidige situatie omtrent COVID-19 is alle informatie uit deze cursusbeschrijving nadrukkelijk onder voorbehoud. Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van COVID-19 zouden ertoe kunnen leiden dat dat bepaalde passages niet langer overeenkomen met de beschrijvingen die bij de start van het studiejaar zijn gemaakt. Aan de cursusbeschrijvingen kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.
|
|