De student is in staat om:

• uit te leggen wat de functie is van wetenschappelijk onderzoek
• wetenschappelijke literatuur te verzamelen en te verwerken
• verslag te doen van theoretisch onderzoek met specifieke aandacht voor: conceptualisering, outline, literatuurgebruik en schrijfstijl
• eigen opvattingen omtrent gegeven opvoedings- en onderwijsvraagstukken ter discussie te stellen en open staan te voor andere standpunten
• kritisch te reflecteren op opvoedings-, onderwijs vraagstukken en een eigen opvatting hierover ter discussie te stellen
• op adequate wijze feedback te geven en te verwerken
• constructief samen te werken en te communiceren (mondeling en schriftelijk) met studiegenoten en docenten
• een kwalitatief onderzoek op te zetten, uit te voeren en te analyseren
• onderzoeksresultaten mondeling te presenteren middels een goed gestructureerde presentatie
• te plannen en studieaanpak en –activiteiten zo nodig bij te sturen

Op basis van (ortho)pedagogische en onderwijskundige thema’s worden wetenschappelijke teksten geschreven en praktische opdrachten uitgevoerd, waarover mondeling en/of schriftelijk wordt gerapporteerd.