Aan het einde van de cursus is de student in staat om:
- Kenmerken en oorzaken van veelvoorkomende sociale en emotionele problemen te beschrijven. (1, 5)
- Sociale en emotionele problemen te plaatsen in zowel het ontwikkelings- als het systeemperspectief. (1, 3)
- Sociale en emotionele problemen te herkennen bij een specifieke doelgroep. (1,5)
- Kenmerken en oorzaken van sociale en emotionele problemen te benoemen en uit te leggen aan een professional. (1, 5)
- Kritisch te reflecteren op de in de huidige praktijk gebruikte diagnostische systemen. (2, 3, 4)
|
|
De cursus geeft aan de ene kant belangrijke theoretische visies op psychopathologie en aan de andere kant een meer encyclopedisch overzicht van de meest voorkomende psychopathologische stoornissen bij kinderen en adolescenten. Hierbij wordt het DSM als leidraad gebruikt. Aan de orde komen autisme, angst- en stemmingsstoornissen, ADHD- en gedragsstoornissen, psychotische stoornissen, eetstoornissen, somatoforme stoornissen, ticstoornissen, slaap- en zindelijkheidsproblemen. De nadruk ligt met name op classificatie, het klinisch beeld en het ontwikkelingspsychologisch perspectief, maar er wordt ook aandacht besteed aan etiologische theorieën en het voorkomen / prevalentie van bepaalde stoornissen in bepaalde doelgroepen. De presentatie van de psychische stoornissen wordt onderbouwd met recent wetenschappelijk onderzoek en geïllustreerd met casussen uit de praktijk. Studenten krijgen de opdracht om een psycho-educatie folder schrijven voor professionals in het werkveld (HBO-achtergrond) die werken met een specifieke doelgroep (naar eigen keuze van de studenten). Hierbij moeten ze de kennis ten aanzien van de verschillende sociale en emotionele problemen die in de colleges zijn besproken kunnen relateren aan de specifieke doelgroep.
|
 |
|