Aan het eind van de cursus is de student in staat in een op de werkelijkheid gebaseerde casus:
- Praktijkkennis (interventies, ervaringen, inzichten etc.) over mensen met functiebeperkingen te analyseren en vergelijken met wetenschappelijke kennis en standaarden met behulp van het scientist practitioner model (1,4)
- Levensechte situaties te analyseren waarin mensen met functiebeperkingen leven en een klimaat te ontwerpen met behulp van een systeembenadering en pedagogische theorieën (5, 7)
- een assessment uit te voeren en hierover te rapporteren bij een persoon met een functiebeperking en beperkingen in de communicatie met behulp van psychologisch en linguïstisch testmateriaal en methode van dynamisch assessment (5,6,7)
- een behandeling te ontwerpen en uit te voeren voor een persoon met een functiebeperking en beperkingen in de communicatie met behulp van theorieën over Ondersteunde Communicatie (5,6)
- een behandeling te ontwerpen en uit te voeren voor een persoon met een beperking in bewegen met behulp van theorieën over motorische controle en motorische ontwikkeling, pedagogiek en neuropsychologie (5,6,7)
- een assessment uit te voeren en hierover te rapporteren bij een persoon of een groep personen met een functiebeperking en beperkingen in sociale vaardigheden met behulp van bij de functiebeperking passende theorieën over sociale competentie (5,6,7,8)
- een behandeling te ontwerpen en uit te voeren voor een persoon of een groep personen met een functiebeperking en beperkingen in sociale vaardigheden met behulp van bij de functiebeperking passende theorieën over sociale competentie (5,6,7)
- een assessment uit te voeren en hierover te rapporteren bij een persoon met een functiebeperking en/of relatief eenvoudig probleemgedrag met behulp van methoden uit de Applied Behavior Analysis en ander relevant testmateriaal en observatietechnieken (5,6,7,8)
- een behandeling te ontwerpen en uit te voeren bij een persoon met een functiebeperking en/of relatief eenvoudig probleemgedrag met behulp van evidence based methoden uit de gehandicaptenzorg (5,6,7)
|
|
|
Een orthopedagoog in de gehandicaptenzorg heeft drie kerntaken: 1) behandelen van gedrag en psychische problematiek, 2) het stimuleren van de ontwikkeling van een persoon met een beperking en 3) het ondersteunen van ouders, leerkrachten en professionele begeleiders van een persoon met een beperking. Verstandelijk en meervoudig beperkte mensen, zowel kinderen als volwassenen, behoren tot de doelgroep in deze cursus. In deze cursus wordt voor het aanleren van vaardigheden gefocust op (ondersteunde) communicatie, taal, sociale vaardigheden en motoriek omdat deze onderwerpen relevant zijn voor bijna alle doelgroepen in de gehandicaptenzorg. Interventies ondersteunen compensatie (in het geval van verworven problematiek) of accommodatie (in geval van congenitale problematiek). Hierbij zijn interventies onder andere gericht op de transitie van vaardigheden naar mogelijkheden voor participeren door het bieden van de juiste gelegenheden en het creëren van (passende) kansen, met inzet van strategieën, methoden, technieken, (hulp)middelen en technologie. Daardoor vergroot je de kans dat de persoon op eigen kracht al dan niet met ondersteuning kan participeren in de samenleving (empowerment, participatie, emancipatie en inclusie). Bij dit alles wordt een pedagogische invalshoek gebruikt waarin het hele systeem (gezin, klas, groep, etc.) rondom een persoon met beperkingen wordt meegenomen in de interventie.
De mastercursus interventies bij mensen met een functiebeperking heeft als hoofddoel dat studenten leren interventies toe te passen om de ontwikkeling te stimuleren en een aantal veel voorkomende problemen te leren te behandelen bij mensen die auditief, visueel, motorisch, verstandelijk of meervoudig beperkt zijn. Dit kan zijn op het gebied van communicatie, motoriek en sociale vaardigheden, maar ook mediatie-therapie/interventies die door ouders worden uitgevoerd omdat de professional die niet zelf kan realiseren, zoals bijvoorbeeld bij slaap- of eetproblemen. De cursus laat zien welke interventiemogelijkheden er zijn op deze gebieden maar zal ook aandacht besteden aan fundamentele vragen over de ontwikkeling, groei, zorg, opvoeding en behandeling van kinderen, jongeren en (jong)volwassenen met een beperking. Deze cursus sluit aan bij het scientist practitioner model. Studenten leren zo veel als mogelijk evidence based te werken en practice based evidence te genereren. |
|
|