De student ontwikkelt een reflectieve houding ten aanzien van heersende pedagogische inzichten en kan verschillende normatieve kaders die verbonden zijn met de articulatie van het belang van het kind herkennen, interpreteren, analyseren en evalueren. De student is in staat een onderbouwde kritiek en visie te formuleren op praktische invullingen van het belang van het kind.
Leerdoelen
Aan het eind van de cursus kan de student:
- verschillende normatieve kaders die verbonden zijn met de articulatie van het belang van het kind herkennen, interpreteren, analyseren en evalueren.
- de literatuur weergeven en uitleggen en in verband brengen met praktisch invullingen van het belang van het kind.
- haar/zijn visie op het kind in een wijsgerige en historische context plaatsen en evalueren.
- haar / zijn visie op de morele en politieke status van het kind benoemen, beargumenteren en becommentariëren.
- in discussie- en essayvorm vraagstukken met betrekking tot paternalisme en autonomie herkennen, uitleggen en analyseren.
- in discussie- en essayvorm vraagstukken uit de opvoedingswerkelijkheid analyseren met behulp van de besproken theoretische kaders.
|
|
|
Pedagogisch beleid, opvoedkundig handelen en juridisch ingrijpen vinden hun rechtvaardiging in het belang van het kind. Maar wat is het belang van het kind? Hoe wordt dat bepaald? Antwoorden op deze vragen zijn normatief en hangen samen met onze achterliggende vooronderstellingen over de mogelijkheden, vrijheden en behoeften van kinderen. In de cursus worden deze vooronderstellingen verkend en geanalyseerd. Dat gebeurt aan de hand van literatuur over de morele en politieke status van kinderen en concrete voorbeelden. Aan de orde komen thema’s als kinderbevrijding, de legitimatie van paternalisme, het verband tussen recht en ontwikkeling en de spanning tussen autonomie en zorg.
|
|