Tijdens deze stage doet de student onderzoeks- en werkervaring op in een pedagogisch beleidsveld. Het gaat in deze stage om het ontwikkelen van analytische, wetenschappelijke, reflectieve en communicatieve competenties, die de student in staat stellen om bijvoorbeeld als beleidsadviseur of praktijkonderzoeker te gaan werken.
Leerdoelen:
Aan het einde van de stage is de student in staat om:
- concepten, aannamen, argumenten en waarden die bepalend zijn voor het betreffende beleidsveld aan te wijzen en te becommentariƫren.
- (normatieve) vraagstukken in het betreffende veld te analyseren en te evalueren.
- een toegepast en methodisch verantwoord onderzoeksplan te ontwerpen met betrekking tot pedagogisch beleid en/of advies.
- zelfstandig veld- en literatuuronderzoek verrichten.
- een gedegen en goed geformuleerd artikel of rapport op te stellen dat getuigt van een doordachte visie, die in relatie staat tot de context van de organisatie.
|
|
De student zoekt in principe zelf een stageplek. Dit kan bij verschillende organisaties, zoals gemeenten, welzijnsinstellingen, onderwijsinstellingen, adviesbureaus. De student kan de docent hierbij om advies vragen.
Op basis van een vraagstelling vanuit de organisatie of op basis van een eigen onderzoeksvraag stelt de student een stageplan op, waarin leerdoelen en aanpak zijn opgenomen. De keuze van de stageplaats en het opstellen van het stageplan doet de student in overleg met de docent. Voor aanvang van de stage is duidelijk wat de stagiair gaat doen en wat haar of zijn stage-product zal zijn. Het product van de stage kan een artikel, advies- of onderzoeksrapport of een portfolio zijn. De docent moet de stage voor aanvang goedkeuren.
|
|