Aan het einde van de cursus is de student in staat om:
Mediawijsheid
1. vanuit cognitief psychologisch perspectief te verklaren hoe multimedia wel/niet effectief (kunnen) worden ingezet ter ondersteuning van het leren en lesgeven;
2. vanuit pedagogisch perspectief te beargumenteren wat de mogelijkheden en risico’s zijn van multimedia in de sociaalemotionele en morele ontwikkeling van kinderen;
3. vanuit sociologisch perspectief de belangrijkste obstakels te benoemen tot digitaal burgerschap voor mensen uit alle bevolkingsgroepen, en manieren om deze te overkomen;
4. vanuit bovenstaande perspectieven een kritische curriculumanalyse uit te voeren op school, met als resultaat een lijst met onderbouwde aanbevelingen.
Handschriftontwikkeling
5. een correcte lettervormgeving te laten zien op zowel papier als een bord.
6. handschriftontwikkeling van het oudere kind te beschrijven.
7. handschriftcriteria toe te passen in het geven van inhoudelijke feedback aan het oudere kind.
Engelse taalvaardigheid
8. Engels op B2 niveau te spreken.
9. de kerndoelen te beschrijven en leerdoelen te bepalen en toetsen voor Engelse taalvaardigheid in het primair onderwijs;
10. effectieve lessen te ontwerpen en uit te voeren voor Engelse taalvaardigheid.
|